afb. Onbekend, 23 juni 1921
Scola Cantorum te 's-Hertogenbosch, opgericht in 1930 op initiatief van rector-cantus P. de Bree door een nieuwe organisatorische opzet van Scola Cantorium van de Bossche kathedraal. De koortraditie stamt echter van 1273. In 1930 volgde de heroprichting van het jongenskoor; bekende leiders waren J. Hoes, Floris van der Putt, F. van Amelsfoort en drs. Maurice Pirenne; organist Huub ten Hacken. Het koor werd aangeuld met damesstemmen. | 24 |
Nadat in het begin van de negentiende eeuw de Sint-Jan in katholieke handen was teruggekeerd, konden de katholieke erediensten er weer worden uitgeoefend. De missen werden begeleid door gemengde koren, die onder andere missen van Hayn, Mozart en Beethoven zongen. Ook werden er concerten gegeven van profane liederen en operamuziek. Op 10 oktober 1847 werd in de Sint-Jan officieel een parochieel koor opgericht. P.J. van Paesschen werd direkteur, zijn composities werden vaak in de kerk ten gehore gebracht. In 1853 werd de Sint-Jan weer een kathedraal en daarom veranderde het koor in Kathedraal Koor. In 1930 werd de Sint-Jan verheven tot basiliek. Dat was de reden dat kapelaan Petrus de Bree werd benoemd door bisschop Diepen tot Rector Cantus van een op te richten Schola Cantorum.
De leden van het Kathedrale Koor waren niet erg gelukkig met deze nieuwe ontwikkeling. Waarschijnlijk waren zij bang hun oude repertoire niet meer te kunnen uitvoeren. Afgesproken werd dat het Kathedrale koor behalve de door-de-weekse missen en loven ook de erediensten op de meeste zondagen zou verzorgen. De Schola Cantorum zou met haar zang de hoge feestdagen, de mei- en oktober-zondagen en de Omgangstijd muzikaal luister bij zetten. Het Kathedrale Koor ging door met haar oude repertoire, de Schola Cantorum bouwde een nieuw repertoire. Het Kathedrale Koor zou nog tot 1943 bestaan.
Op 26 mei 1930 kon kapelaan De Bree met zijn repetities van het nieuwe koor beginnen. Hij maakte een rondgang langs de Bossche scholen om een jongenskoor te kunnen vormen. Op 10 oktober werd de jongerengroep van de Schola opgericht. Met de komst van Frans van Amelsvoort in 1941 als direkteur brak een bloeitijd aan. Hij formeerde opleidingsklassen om de jongens klaar te maken voor het grote koor. Ook de heren kregen les in stemvorming en muziektheorie. Er kwam een nieuwe naam voor de Schola, bedacht door archivaris Jan Mosmans en terugvallend op de oude naam van het koor van de Lieve Vrouwe Broederschap uit de kerk: 'Die Sangheren Onser Liever Vrouwen'.
Het koor kent tegenwoordig ook vrouwelijke leden en heeft grammofoonplaten uitgebracht waarop naast het moderne repertoire ook gezangen te horen zijn uit het rijke Bossche verleden, ooit in opdracht van de Illustre Lieve Vrouwe Broederschap gemaakt om in de Sint-Jan ten gehore te worden gebracht. Ook andere tradities bleven. Nog steeds treedt het koor aan bij de uitvaart van een medelid, zoals afgelopen zaterdag bij Jan van de Hulsbeek.
|
M.H.M. Spierings, Het Schepenprotocol van 's-Hertogenbosch 1367-1400 LIX (1984) 27, 27n