afb. Pieter Ooosterhuis, 1868
Waarschijnlijk was dit de runmolen van het Groot-Ziekengasthuis waarvan sprake is in een document uit de zeventiende eeuw. In dit document wordt de molen aangeduid als staande 'achter St. Joris'. Het gasthuis had een runmolen die in 1635 was afgebroken vanwege de verbetering van de vestingwerken. Deze molen stond waarschijnlijk juist ten oosten van het bastion. Het gasthuis kreeg toen een nieuwe molenwerf op het bolwerk. Vermoedelijk was de oude molen gedemonteerd en weer hergebouwd. Al in 1655 moest een ingrijpende reparatie uitgevoerd worden. Het gehele onderstel van de molen dat de molenkast draagt was aan vervanging toe. Van die reparatie heeft het Gasthuis niet lang plezier ghad, want op 9 juli 1665 brandde de molen te middernacht af. Kennelijk wrd de molen daarna in baksteen opgetrokken, want op een tekening van 1684 prijkt de molen als stellingmolen. Het is vermoedelijk deze molen die in de Rekening van het gemaal wordt aangeduid als 'Grimbergens Molen'. Bij deze molen staat vermeld: 'begint januari 1674'. De impost op het gemaal werd alleen geheven op graan, waaruit blijkt dat het een korenmolen was. De molen zal zijn naam 'Oude Steenen Molen' gekregen hebben bij de bouw van de 'Nieuwe Steenen Molen' op bastion Deuteren in 1715. Tot die tijd was de molen op Bastion Oranje de enige molen van de stad. Bij de verkoop van de molen in 1773 blijkt deze vier koppels maalstenen te hebben. Met deze omvangrijke inrichting konden meerdere soorten graan gescheiden worden gemalen en bij veel wind kon men meer koppels stenen tegelijk gemalen worden. Op 4 april 1791 kocht Pieter van Heeswijk de Oude Steenen Molen, die hij al in 1767 huurde van Antony van Hanswijk, oud Schepen en Raad. Blijkbaar had Pieter moeite om het geld bij elkaar te krijgen, want de molen verwisselde nog enkele keren van eigenaar voor hij deze kon kopen. In 1802 kocht Christiaan Heuvelmans, molenaar van de Nieuwe Steenen Molen, de windkorenmolen op Bastion Oranje van de weduwe van Pieter van Heeswijk. Heuvelmans handelde mede namens alle andere Bossche korenmolenaars. Vermoedelijk hadden deze molenaars de Oude Steenen Molen gekocht om de concurrentie in de hand te houden. In 1808 verkocht Heuvelmans, wederom mede namens de eerder genoemde molenaars, de molen, met inbegrip van maalstenen, rondsels, spillen, as, roeden (dat zijn de zware delen van de wieken) en andere toebehoren aan Maarten Kolen. Het is mogelijk dat deze molen verkocht is onder voorwaarde dat deze niet meer gebruikt mocht worden voor het malen van graan. M. Coolen (in latere akten wordt zijn naam steeds op deze wijze geschreven) richtte de molen in elk geval in tot volmolen. Begin negentiende eeuw was er een kleine opleving van de volnijverheid. Er heerste volop bedrijvigheid in de vollerij in de Oude Steenen Molen. Als gevolg van de invoer van onder andere Engelse textiel liep de omzet in 1816 al terug. Het vollersbedrijf in de Oude Steenen Molen heeft uiteindelijk niet lang bestaan. De molen is vóór 1832 ingericht als oliemolen. In 1841 kocht Jan Bax de molen van M. Coolen. In 1848 plaatste hij een stoomwerktuig in de nieuwe aanbouw van de windoliemolen. Vier jaar later werd hier naast een grutterij, eveneens aangedreven door een stoommachine, gebouwd. Kennelijk werd deze grutterij al snel vervangen, want in latere documenten is steeds sprake van een stoomolie- en meelfabriek. Vermoedelijk werd de windmolen van zijn kap en wieken ontdaan in 1848, of anders in 1852. De werktuigen werden aangedreven door de stoommachine waardoor de windaandrijving overbodig was geworden. Omdat na 1869 geen vergunningen meer werden verleend is door de firma Bax na 1852 misschien nooit gemoderniseerd. De 'Oude Steenen Molen' werd in 1884 door de voormalige firma Bax in veiling gbracht. Hoogste bieder van de molen met de machinerieën was Theodorus Johannes Alphonsus Meuwese, meester timmerman voor f 15.625,-. Dit bod was blijkbaar niet hoog genoeg, want de koop ging niet door. De firma Bax verkocht vervolgens de toen nog resterende roerende goederen uit de molen en in 1885 verkocht de sloper tenslotte de afbraak van de gebouwen. Hetzelfde jaar kocht de gemeente de grond waar het complex gestaan had waarna een parkje werd aangelegd. | 139 |
1997 |
Nico JurgensMolenwandeling over de stadswal (2)'s-Hertogenbosch 4 (1997) 139 |
|
1998 |
Nico JurgensOnbekende foto thuisgebracht's-Hertogenbosch 1 (1998) 34-35 (foto) |
1501 |
Kapittel 17. ... de Boertsche molen nu de nieuwe steenen molen staande in het Oranje-Bolwerk op stads veste, achter de Fabrieken van de Heeren Lutkie en Cranenburg ...
R.A. van Zuijlen, Inventaris der Archieven van de Stad
|