afb. Felix Janssens, 23 oktober 1992
Het echtpaar Lucas Joannes Maria van Gent en Agnes Theresia van Geffen hebben tijdens hun leven veel stukken over en van de bevrijding in 1944 verzameld en geadministreerd. Waar Luc zich op organisatie en contacten stortte, was Agnes de administratieve en archiverende kracht. Uit vrijwel alle stukken blijkt hoe zij samen optrokken, bijvoorbeeld uit de reizen naar Engeland en Wales om bevrijders van oktober 1944 op te zoeken en uit de werkzaamheden rond de herdenkingen die van de bevrijding in de stad zijn gevierd, met deze bevrijders. Luc volgde na zijn gymnasiumopleiding in ’s-Hertogenbosch de toneelschool in Amsterdam en werkte
als jonge acteur bij de Haagse Comedie. In 1946 speelde hij mee in een stuk van Shakespeare bij het Roomsch Toneel, zie inv.nr.18 hieronder. Zie ook NL-HtSA Archiefnummer 0680 Vereeniging Roomsch Toneel, vanaf 1951 Rederijkerskamer “Moyses’ Bosch”, Hoofdkamer van Rhetorica voor Noord-Brabant te ’s-Hertogenbosch, 1915-2013, inv.nrs. 330a (Hamlet) of 331 (Comedy of Errors), hoewel niets van Luc aldaar te vinden is. In 1955 maakte hij de overstap naar televisie. In 1967 werd hij benaderd voor de functie van directeur van het Casino, de stadsschouwburg van ’s- Hertogenbosch. Hij accepteerde de baan. In 1982 nam hij afscheid om gezondheidsredenen. Hij was toen al een bekende figuur in de stad. Vanaf 1983 raakt hij nauw betrokken bij de Stichting October ’44 die doel tot had de bevrijders en de bevrijding te huldigen en de betekenis ervan onder de aandacht te brengen. Zelf had hij van 28 december 1944 tot en met 11 mei 1945 gediend als oorlogsvrijwilliger bij de 3e Compagnie van het 2e bataljon van het Regiment Stoottroepen Brabant bij Vortum-Mullen aan de Maas (inv.nrs. 16 en 27). In dit archief zitten geen stukken die licht werpen op zijn rol in het verzet. Het is ook niet duidelijk of hij in het verzet had gezeten of betrokken was bij de bevrijding van ’s-Hertogenbosch zelf. In 1944 was hij negentien jaar. Dat hij, volgens sommige Engelse kranten, in het verzet had gezeten en samen met de Engelsen ’s-Hertogenbosch had bevrijd, was, zoals Agnes ergens aangeeft, ontsproten aan de fantasie van de journalist. Meer dan twintig jaar spande hij zich in om bevrijders naar de stad te halen voor de herdenkingen van de bevrijding in oktober. Ook was hij de schrijver van een boek over die periode in 1944 en, via de Stichting October ’44, de productie van een videofilm met verhalen en beelden van de bevrijding en de bevrijders uit Wales. Voor hen was de aandacht vanuit ’s-Hertogenbosch geweldig. De gewone soldaten voelden dat ze erkenning kregen voor een oorlog waarin zij kameraden verloren hadden. Van andere bevrijde steden hoorden ze weinig. Agnes was de stille en belangrijke kracht achter Luc. Ze steunde hem en deed thuis het vele onontbeerlijke werk zoals de administratie, archivering en verwerking van de vele gegevens die Luc verzamelde. De MBE (honorair Member of the Order of the British Empire) die Luc in 1989 ontving, net als zijn Koninklijke Onderscheiding (1995), steken wat schril af tegen de inspanningen van Agnes. Pas met de Stadspenning (199) en de Eight Pointed Cross of the British Order of St John. (1997) werd Agnes terecht naast Luc gehuldigd. Ze wist wel de aandacht op haarzelf te vestigen met de publicaties van kinderverhalen. Luc mocht in 1988 de traditie van de Royal Welsh Fuseliers van het ‘eating the leek’ ondergaan.
Het echtpaar had (ook nog!) een gezin met zes kinderen van wie enkele dochters werden ingeschakeld bij Lucs onderzoekswerk.
Luc en Agnes verzamelden en bewaarden veel. Ze hebben niet alleen van de bevrijders egodocumenten en foto’s ontvangen, maar ook kopieën gemaakt in diverse Engelse en Welshe archieven over de oorlogshandelingen van ongeveer 20 legereenheden in en rond ’s-Hertogenbosch. Ze bewaarden brieven en Lucs antwoorden daarop van mensen die geïnteresseerd waren in het lot van vliegers of van Bossche families waar bevrijders waren geweest. Ze noemden de zoektochten naar dit soort informatie ook wel op z’n Engels ‘cases’. Ook heeft hij gepubliceerd over operatie ‘Orange’, de mislukte poging van de geallieerden en de Koninklijke Nederlandse Brigade ‘Prinses Irene’ om de Bommelerwaard te veroveren. In het archief zijn voorts aanwezig stukken van de Duitse bezetter en van diverse verzetsgroepen die tegen het einde van de oorlog actief waren in ’s- Hertogenbosch.
Luc was over WO II op diverse bestuurlijke fronten actief, soms namens één van de Stichtingen, soms namens zichzelf. Het is niet altijd duidelijk op welke titel hij archief heeft gevormd. Tot in 1999 was hij betrokken bij de Stichting October ’44, als adviseur, maar hij bleef zich gevraagd en ongevraagd bij die Stichting betrokken voelen. Vandaar dat dit archief met nummer 0824 er slechts een is waarin de neerslag van Lucs activiteiten is te vinden. De andere zijn Archiefnummer 0790 Stichting October ’44, (1975)1983-2010(2015), Archiefnummer 1032 Stichting ’s-Hertogenbosch- Wales 1987-1990. Ook voor de Pax Christie Werkgroep ’s-Hertogenbosch (geen afzonderlijk archief aanwezig) was Luc bezig.
|