Mannenconvent Dominicanen of Predikbroeders (ca 1296 - 1629)

locatie: Hinthamerstraat

Archeologisch monument

Archeologisch monument Predikherenklooster

Erfgoed 's-Hertogenbosch
Kroniek van Molius

Hervorming van het klooster van de predikbroeders in 's-Hertogenbosch

185
J.A.M. Hoekx, G. Hopstaken, A.M. van Lith-Drooglever Fortuijn en J.G.M. Sanders, Kroniek van Molius : Een zestiende-eeuwse Bossche priester over de geschiedenis van zijn stad ('s-Hertogenbosch 1992) 185
Sasse van Ysselt

Het Predikheerenklooster

210
211
212
213
214
215
216
217
218
219
220
221
222
223
224
225
226
227
228
229
Noten
1.Men zie hierover Dr. C.R. Hermans Kronijken p. 223.
2.Men zie hierover van Heurn Historie I p. 374 en vlgd. en de Grafzerken enz. der St. Janskerk te 's Hertogenbosch p. 339 en vlgd.
3.Dr. C.R. Hermans Kronijken p. 66.
4.Dr. C.R. Hermans Kronijken p. 72.
5.Er lagen ook nog andere personen in deze kerk begraven, zooals blijkt uit een handschrift van het Prov. Gen. van K. en W. in Noordbrabant, daar toch daarin vermeld staat, dat in die kerk eveneens twee grafzerken lagen met deze opschriften: Hier leyd begraven Juffw. Elisabeth de Quade van Ravesteyn huysvr. van Jan van Berkel, sterft 1593 den 14e September; 2. Hier leyd begraven Herman Wynen, viscooper, is deerlijk gebleven van de Gheusen, die in de stad waren gekoomen varen, anno 1585 den 1e ... en Goerke Henrickx dogter, huisvr. Herman Wynen, sterft 14 Sept. 1605.
6.Het fort Isabella lag toen daar nog niet; dit werd eerst in 1623 aangelegd.
7.Men zie hierover echter Meyer t.a.p. blz. 97.
8.Meyer t.a.p. blz. 99.
9.Resol. der Stadsregeering Reg. A 35 f. 3.
10.Dit is het huis, dat staat tusschen het huis genaamd de Gekroonde Haverzak en de Prekerspoort.
11.Beteekent een tuintje.
12.Leonora Wylde weduwe van Diederick Ruysch legateerde dit huis aan Catharina Lintdorp weduwe van Anlhony Tempelaer, die het 4 November 1697 verkocht aen Laurens Simons, procureur te den Bosch; diens weduwe Johanna Pinxternakel verkocht het 16 Maart 1703 aan Johan van Megen, secretaris te St. Michiels-Gestel; (Reg. n° 515 f. 217).
13.Deze was het huis, de Blauwe Sluier, ook wel het Spinnewieltje genaamd.
14.Deze was het huis, genaamd het Koffiemolentje.
15.Deze was het huis, oudtijds genaamd in de Fransche Page, thans in St. Josef geheeten.
Laatstbedoelde vier huizen werden door genoemde Leonora Wylde gelegateerd, als wanneer zij gezegd werden te staan: ,,in de Hinthamerstraet van den hoeck van de Prekerspoort tot den hoeck van de Prekersstraet of nu de Nieuwe straet'', aen haren man Diederick Ruysch, van wien ze geërfd werden door hunne dochter Florentina Ruysch, echtgenoote van Christoffel baron van Galen, die ze 25 Juni 1717 verkocht (Reg. n° 538 f. 14 en vlgd.)
16.Christoffel baron van Galen, als gehuwd met Florentina Ruysch, verkocht in 1717 dezen tuin, waarop thans de R.K. Kweekschool voor onderwijzers staat, aan Johan Willem de Groulaert, heer van Surester. De erfgenamen van Alida de Groulaert douarière van Johan Lodewijk Cramer, heer van Geffen, verkochten dien 19 November 1778 weder aan Gertruda van Ceulen weduwe van Louis de Mele, woonachtig te den Bosch (Reg. n° 585 f. 267).
17.Diederich Ruysch voor 1/4; Johan Willem de Groulaert, heer van Surester, zijn broeder Philip de Groulaert en zijn zwager Nicolaas de Schmeling, voor de 1/2; Egidia van Schoonhoven eerder weduwe van den luitenant-kolonel Henry Graham, nu huisvrouw van den majoor Johan van der Vorst en de executeur van het testament van Johan van Goolen, schepen van den Bosch, verkochten 11 September 1708 dezen tuin, die gelegen was tusschen de Jan Heinsstraat en het klooster Achter de Tolbrug en van uit de Orthenstraat toegankelijk was over eene brug, gelegen naast de St. Geertruikerk, aan Johannes Valckenhoff, koopman en Johanna Valckenhoff, inwoonster van den Bosch (Reg. n° 521 f. 183.)
18.Deze landerijen werden door de in voorgaande noot genoemde verkoopers, alsmede door Maria Tromp weduwe van Cornelis Gans, heer van Nuland, 11 September 1708 verkocht aan Jan van der Laegen, koopman te den Bosch (Reg. n° 521 f. 182 vso).
19.Zooals wij in Deel I blz. 188 reeds zagen stond die poort aan de Markt bij den ingang der Minderbroedersstraat.
20.Zie blz. 209 en 210 hiervoren.
21.Thans de St. Jozefstraat, de Veemarkt en de van Berckelstraat geheeten. Van Heurn deelt in zijne Historie III p. 400 nog mede. dat deze straat in 1707, toen er nog maar eenige huizen langs stonden, van stadswege met lindeboomen werd beplant.
22.Notulen 8 Oct. 1641. Reg. Zonst en van Beresteyn.
23.Thans de Jan Heinsstraat.
24.Deze straat heet thans de Veemarkt, Hooge Nieuwstraat en Zuid-Willemsvaart.
25.Thans de Nieuwstraat genaamd.
26.Zij was 7 Maart 1734 in de Bossche St. Janskerk gedoopt als dochter van mr. Gerard Cornelis van Blotenburg en Maria Vreda van Blotenburg, die weder eene dochter was van Daniel van Blotenburg en Vreda Elisabeth Scholt. (Zie Deel I p. 430)
Vreda Elisabeth van Blotenburg voorbedoeld stond in 1786 aan hare eenige dochter Agatha de Gyselaar, echtgenoote van Willem Antony van Heemskerck, woonachtigte Delft, af den tocht van de helft van het kasteeltje Kouwenberg onder Vught, dat door haren man Jacob de Gyselaar was aangekocht geweest.
27.Men zie over deze familie Taxandria XIX p. 42 en vlgd.
De voorname Huizen en Gebouwen van 's-Hertogenbosch III (1910) 210-229
Wolfs

Het Bossche Dominicanenklooster

42
43
S.P. Wolfs O.P., 'Het Bossche Dominicanenklooster' in Bossche Bouwstenen VI (1983) 37-57
Archeologisch onderzoek
1987 In 1987 en 1990 is door de Dienst Bouwhistorisch Onderzoek en Archeologie van de gemeente 's-Hertogenbosch een archeologisch onderzoek op het terrein tussen de Nieuwstraat en de Sint Jozefstraat verricht. Hierbij zijn gegevens verkregen van het eerste klooster van vóór de brand in 1419.
Bron: Kloosters, Kronieken en Koormuziek
 
Geschiedenis
1296 De Dominicanen (ook wel Predikheren genoemd) Wouter van Reimerswaal en Godfried van Heze kopen een huis en erf in de Hinthamerstraat van Cecilia, weduwe van Engelbert Ludinc. Vier jaar tevoren hadden de Predikheren buiten de Leuvense Poort ook al een huis gekocht. Beiden panden vormen het begin van het Predikherenklooster.
Bron: Kroniek van 's-Hertogenbosch
 
1481 Maximiliaan roept het veertiende Kapittel van de orde van het Gulden Vlies te 's-Hertogenbosch bijeen. Tijdens zijn verblijf in Den Bosch logeert Maximiliaan in het Predikherenklooster.
Bron: Kroniek van 's-Hertogenbosch
 
1525 De religieuzen krijgen verwijten en scheldwoorden naar het hoofd geslingerd door de Bosschenaren en de pater van de cellebroeders wordt uit de stad verdreven.
Na veel beraad en overleg in de kloosters over het dringend verzoek van de poorters kwamen de prioren en overige kloosteroversten op de gestelde tijd terug naar de vergadering van de poorters om hun als antwoord te geven, dat zij op geen enkele wijze gehoor wilden of konden geven aan de wens van de poorters betreffende de vervreemding van hun inkomsten of het instemmen met enige jaarlijkse bijdrage...
Bron: Kroniek van Molius (1992) 249
 
1525 Het klooster van de predikbroeders door de Bosschenaren bestormd en verwoest.
En zo gebeurde het dat op 20 juni, dat was dinsdag na het feest van het Allerheiligst Sacrament, 's nachts een menigte van alle slag volk en het uitvaagsel van de stad, rijkelijk voorzien van knuppels en wapens, zich opmaakte om de daad ten uitvoer te brengen die ze beraamd hadden, namelijk zich wreken op de drie halsstarrige prioren, iets waar ze op belust waren. Eerst stormden zij onstuimig met de hele roversbende naar het klooster van de predikbroeders. Maar toen ze de poorten van het klooster aan alle kanten stevig gebarricadeerd vonden, zodat niemand bij hen kon komen, bedachten sommigen een plan en gebruikten zij in plaats van een sleutel een molenaarswagen, die toevallig tegenover de poort stond. Zij beukten en stootten hiermee zo hevig op de poort, dat zij deze uit haar hengsels plat gooiden. Na zich toegang verschaft te hebben, stormden enige rovers naar het klooster om de deuren te forceren en te gaan plunderen. Boter, kaas en levensmiddelen die zij aantroffen, roofden ze en de rest vernielden zij boosaardig. Want geen van de broeders durfde hun weerstaan, doodsbenauwd als ze waren door zulk een razernij en hun plotselinge driestheid en geweldadigheid. Na deze misdaad begaan te hebben met een, naar ze zelf meenden, niet onfortuinlijke stoutmoedigheid, maakten zij zich met gelijke moed op om naar de anderen op te trekken.
Bron: Kroniek van Molius (1992) 255
 
1629 Van het klooster is weinig bewaard gebleven. Het moet ondanks de brand van 1419 en de beeldenstorm van 1566 bij de opheffing in 1629 nog een aanzienlijke bibliotheek gehad hebben.
Bron: Bossche Bouwstenen VI
 
Literatuur en bronnenpublicaties

G. v.d. Elsen, 'De Predikheeren te 's-Hertogenbosch' in: Taxandria (1897) 124-127

C.J. Gudde, 's-Hertogenbosch geschiedenis van vesting en forten (1974) 17

J.H. van Heurn, Beschrijving der Stad 's-Hertogenbosch (2022) 253-257, 304

J.A.M. Hoekx e.a., Vruchten van de goede en de slechte boom : Heyman Voicht van Oudheusden over de godsdiensttwisten in zijn stad 's-Hertogenbosch en in Breda (1577-1581) (2008) 91

L. van de Meerendonk, Het klooster op de Eikendonk te Den Dungen II (1964) 4, 68, 73, 74, 77, 78, 87, 103, 106, 108, 138, 139

L. van de Meerendonk, Tussen reformatie en contra-reformatie IX (1967) 53, 70, 97, 116, 119n, 136, 147, 148, 149, 151, 153, 154, 155, 158, 159, 166, 170, 172, 173, 177, 178, 180n, 182, 193, 195, 196, 197, 198, 199, 200, 201, 202, 203, 240, 205, 221

M.A. Nauwelaerts, Latijnse school en onderwijs te 's-Hertogenbosch tot 1629 XXX (1974) 20n, 48, 282, 291n

L.P.L. Pirenne, 's-Hertogenbosch tussen Atrecht en Utrecht (1959) 13n, 31, 56, 94, 211

Jan Sanders, Kroniek van Molius (2003) 63, 99, 125, 135, 183, 185, 243, 251, 255, 325, 337, 339, 341, 369

Jan Sanders, 'Verkloostering in het vijftiende-eeuwse 's-Hertogenbosch' in: Noordbrabants Historisch Jaarboek 33 (2016) 80

L.H.C. Schutjes, Geschiedenis van het bisdom 's-Hertogenbosch (1876) IV. 442-453

M.H.M. Spierings, Het Schepenprotocol van 's-Hertogenbosch 1367-1400 LIX (1984) 27, 27n

Geertrui Van Synghel, De stedelijke secretarie van 's-Hertogenbosch tot ca. 1450 (2007) 297

Aart Vos, 's-Hertogenbosch : De geschiedenis van een Brabantse stad 1629-1990 (1997) 22, 65

n: vermelding in een voetnoot