Toen het klooster van de Engelse Carmelitessen te Antwerpen overbezet was moesten de niet-Engelse leden het klooster verlaten en kregen ze toestemming elders volgens de regel der ongeschoeide Carmelitessen te leven. Twee zusters en vijf Belgische novicen trokken in 1624 naar 's-Hertogenbosch. Ze betrokken eerst een huurhuis op de Papenhulst, daarna betrokken ze het oude refugiehuis van de Franciscanessen te Oisterwijk in de St. Jorisstraat, dat sinds 1609 leeg stond. In 1629 waren er twaalf zusters. | 29 |
Het Claraklooster in Den Bosch waar bijna een eeuw lang de Theresiaantjes woonden. Nu bieden de gerenoveerde gebouwen onderdak aan jonge Bosschenaren. In de omgeving van de Sint Jan bevonden zich altijd al veel kloosters. Zo ook in de Clarastraat, waarvan de naam ons herinnert aan de middeleeuwse zusters die hier ooit, vóór 1629 hun leven doorbrachten. In deze Clarastraat woorden bijna een eeuw, 99 jaar, de Theresiaantjes, de Zusters ongeschoeide Carmelitessen van O.L. Vrouw van de verg Camel.
In 1872 vestigde de orde zich in Den Bosch. Vanuit Aelst in België vertrokken acht zusters en een postulante naar Den Bosch, waar ze officieel welkom werden geheten door de Bossche minister van de Rooms Katholieke Eredienst, mr. J.B. van Son. Een jaar later al trad het eerste Bossche meisje in: Wilhelmina Peeters.
De Theresiaantjes trokken zich geheel uit 'de wereld' terug. Ze leefden letterlijk achter slot en grendel. Hun cellen waren zeer spaarzaam gemeubileerd. Drie verstelbare planken voor het bed, een strozak en een strooien kussen, een houten stoeltje, een tafeltje dat tevens dienst deed als boekenkast, een eenvoudig kruisbeeld (zonder Christusbeeld) en enkele devote platen. In enkele cellen hing een schaal van een ei naast de deur, vastgestoken met een speld, om als wijwaterbakje dienst te doen.
De Theresiaantjes leidden een leven vol gebed. Vanaf vijf uur 's morgens tot 's avonds laat werd er gebeden. Slechts één uur 'ontspanning' per dag kende ze in de recreatieruimte, waar iedere zuster met haar naaimandje nuttige handwerken kon verrichten.
Bezoek werd er niet ontvangen. Door middel van een 'rol', een draaiende kast, konden brieven en boodschappen naar binnen gebracht worden. Soms was het echter noodzakelijk dat een buitenstaander het klooster binnenkwam. Een biechtvader of een arts mocht slechts in contact treden met een zuster indien er twee oudere zusters bij aanwezig waren. De kiesplicht had dan ook een grote invloed op de religieuzen. Bij de te houden verkiezingen moesten de zusters het klooster, het slot, verlaten. Met een doek over het hoofd gingen ze in een auto direct naar het stembureau. Na het uitbrengen van hun stem gingen ze direct weer terug naar hun klooster... De kapel in het klooster was voor iedere Bosschenaar toegankelijk. Maar de zusters waren daar niet aanwezig. Vanauit een eigen ruimte, door middel van tralies afgescheiden van de andere gelovigen, woonden zij de mis bij.
In 1971 verlieten de Theresiaantjes de stad. Hun klooster werd niet gesloopt, zoals aanvankelijk de bedoeling was. De gebouwen werden gerenoveerd en bieden nu huisvesting aan jonge Bosschenaren.
Merkwaardig is wel, dat deze woningen de naam Claraklooster dragen. Weliswaar was het een klooster en stond het in de Clarastraat, maar de Theresiaantjes hebben er bijna een eeuw gewoond.
|
1927 |
L. van Miert S.J.De komst der Teresianen in Den Bosch (1624)Bossche Bijdragen VIII (1927) 55-61 |
|
1932 |
W. NoletDe Dochters der Groote Teresia, de Ongeschoeide Carmelitessen in NederlandKatholiek Nederland II ('s-Gravenhage 1932) 172-177 |
|
1948 |
M. van WoesikDe zusters ongeschoeide carmelitessen te 's-Hertogenbosch. Uitgave ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van de Bossche Carmel, 1872-1947Bijkantoor van het Limburgs dagblad (Amsterdam 1948) |
|
1983 |
mr. J.A.M. HoekxCarmelitessenBossche Bouwstenen VI ('s-Hertogenbosch 1983) 29, 136-137 |
|
1989 |
Henny MolhuysenVerhalen en legenden : De TheresiaantjesBrabants Dagblad donderdag 7 september 1989 (foto) |
|
1995 |
RedactieHuurders Claraklooster eisen volledig herstel muren bij renovatie Binnendieze. Karakter kloostertuin inzet kort gedingBrabants Dagblad woensdag 26 april 1995 (foto) |
|
1997 |
Marga, ArendsenOngeschoeide Karmelietessen in NederlandErasmusplein 2 (1997) 5-7 |
|
1997 |
J. PeijnenburgEen radicaal begin. Contemplatief kloosterleven in de Clarastraat 1359-1649 en 1872-1971Boschboom Bladeren (1997) 6-8 |
|
2002 |
Denise de CostaVegetarische Theresiaantjes en de ClaraworstKloosters en religieus leven ('s-Hertogenbosch 2002) 154-167 |
|
2004 |
Jo HendriksTheresiaantjes aan de ClarastraatKringNieuws 1 (2004) 7 |
|
2009 |
Petra DircksKerstwensen leidden naar BarbaraSchrijfster Denise de Costa verdiepte zich in schilderwerk dat ooit in Clarastraat hing Brabants Dagblad woensdag 4 februari 2009 |
|
2010 |
RedactieDenise de Costa beschrijft kloostergeschiedenisStadsblad woensdag 21 april 2010 |
|
2010 |
Linda van Gorkum'Lieve Heer, laat zusters blijven leven'Brabants Dagblad zaterdag 24 april 2010 |
2005 |
Het huidige klooster in de Clarastraat is van 1872 tot 1971 een karmel geweest. Een karmel is een slotklooster van de Ongeschoeide Karmalitessen. Deze orde is in de 16e eeuw opgericht door de Spaanse Teresa van Avila. Na het vertrek van deze zusters, in de volksmond ook wel Theresiaantjes genoemd, is het voormalige 'Claraklooster' verbouwd tot unieke wooneenheden. De muurschilderingen maken deel uit van één van de belangrijkste historische interieurelementen die bewaard zijn gebleven. Deze muurschilderingen maakten vroeger deel uit van de kapel, en zijn nu terug te vinden in de gangen en woningen die in de kapel gebouwd zijn.
Gemeente 's-Hertogenbosch 2005
|
L.H.A. Groothuis, De Brabantse bisschoppen Bekkers en De Vet XXVIII (1973) 28
Brian Heffernan, Ongeschoeide karmelitessen in de Nederlandse katholieke kerk, 1872-2020 | Radicaal kloosterleven (2021) 19, 23, 31, 46, 48-51, 53, 55, 61, 66-74, 80, 82, 84, 92, 94, 100, 102, 104-107, 109, 111, 113-118, 120, 122, 125-127, 129, 132-136, 138-141, 143-145, 147, 151-152, 154, 156, 159, 161-163, 165, 168-169, 173-185, 188, 193-195, 197, 201-203, 205-207, 209-210, 214-221, 223, 226, 232, 241-242, 245-246, 248, 252-259, 263, 271-273, 227, 280, 283-286, 292, 297-301, 303, 306-307, 317, 321, 323-324, 327-330, 332, 335, 337, 339, 344-345, 347, 349, 355-356, 358-359, 363-364, 373, 376-383, 386-389, 391-392, 394-396, 398-400, 403, 405, 411-412, 416, 418-420, 422, 427-428, 430, 440-441, 447, 451-452, 454, 456, 461-462, 469-473, 479, 484, 486-493, 496, 500, 505, 507-508, 510, 515, 523-528, 531, 554, 561, 573, 588, 591, 593, 619, 622, 635, 652, 683, 694-695, 699
J.H. van Heurn, Beschrijving der Stad 's-Hertogenbosch (2022) 268, 276
L.H.C. Schutjes, Geschiedenis van het bisdom 's-Hertogenbosch (1876) IV. 457-461
Aart Vos, 's-Hertogenbosch : De geschiedenis van een Brabantse stad 1629-1990 (1997) 248