afb.
1552. Het 60 kilo wegende luidklokje van de parochie heeft een opschrift: Petrus is mijnen naem. Jan Moer maeckten mij int jaer MCCCCCLII.200 | 67 |
Noten | |
200. | H. van Bavel, A. van den Hurk en G. van der Velden, 'Het kalendarium van Bokhoven. Tekstuitgave met vertalingen, inlichtingen, toelichtingen en bijlagen', Bernensia, XVI (s.a.; overdruk uit: Met Gansen Trou, XXV. 1975) 8. |
Graaf Engelbertstraat
Toon: -
Opschrift: | 86 |
Sint-Antonius-Abtkerk, 's-Hertogenbosch.270
Peterus, 1552
In de kerk van Bokhoven (circa 1500 gebouwd) bevinden zich veel kerkschatten, onder meer een graftombe van de Antwerpse beeldhouwer Artus Quellinus (1651) met de beeltenissen van Engelbert van Immerzeel en diens echtgenote. Het oudste deel is de toren uit het begin van de vijftiende eeuw met een jongere traptoren, die samen met de kerk na de toegebrachte oorlogsschade is gerestaureerd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog mocht de Peterus als alarmklok blijven hangen; twee klokken van gieters genaamd Petit uit 1719 en 1735 werden afgevoerd richting Duitsland. In 1979 kreeg de Peterus haar oorspronkelijke plaats terug in de vieringtoren boven de kruising. De Peterus is een karakteristieke Moerklok: het opschrift in gotische minuskels, vijfbladige rozetten als woordscheiding; een gotisch boogfries met driepas, parelrand en staande kruisbloemen boven en fleurs de lis met parelrand onder de tekst. De parochie Bokhoven werd in 1369 gesticht. Het bisdom Luik speelde een belangrijke rol in het dorp. Bokhoven hoorde niet alleen kerkelijk tot dat bisdom, maar de prins-bisschop was ook leenheer van de heerlijkheid Bokhoven. Hij gaf het kasteel en de omgeving in leen aan belangrijke families. | 466 |
Noten | |
270. | Pius Almanak 2003: H. Antonius Abtkerk. |
271. | Damen 1982, p. 10. |
272. | Schutjes 1870-1881, 2, p. 36-37. |
273. | Margry & Caspers 1998, p. 121. |
Elly van Loon-van de Moosdijk, Goet ende wael gheraect (2004) 60, 72, 190, 466
Jo Hendriks e.a., Inventarisatie van klokken in en rondom 's-Hertogenbosch (2002) 86