Kerk van Onze Lieve Vrouw Visitatie Hasseltse kapel, Tilburg.
Maria, 1536
Dm: 50,9 cm
Hm: ca. 50 cm
Gw: 53,4 kg
Toon:220 g
Gieter: Jaspar Moer
Deze Maria bezit alle kenmerken van een Moerklok, maar is wat kleiner dan de klokken in bijvoorbeeld Lierop en Berkel. Zij is versierd met dezelfde friezen van kruisbloemen en fleurs de lis en heeft als woordscheidingen rozetten. Het aanvangskruis is gemaakt van vier lelies, voor het opschrift zijn gotische minuskels gebruikt en de sierringen boven en onder het opschrift, vijf op de faussure en drie op de slagring zijn eveneens kenmerkend. In tegenstelling tot de meeste Moer-klokken draagt de kroon van de vrij kleine klok slechts vier kroonarmen. Over het ontstaan van de Hasseltse kapel tast men volledig in het duister. In talloze publicaties wordt een vroege stichting van deze Mariakapel mogelijk geacht.
De oudste verwijzing betreft echter een Tilburgs testament uit 1540, waarin verschillende altaren, broederschappen en gilden met een som geld worden bedacht. Laureyc Peters Verschueren schenkt aan
onser liever Vrouwen in dir capellen aen die Hasselt tien stuivers.
221 De kapel zal dan al enige tijd hebben bestaan, getuige de Mariaklok van Jaspar Moer uit 1536.
Het Mariabeeld, dat thans in de kapel staat en jaarlijks veel bedevaartgangers trekt, werd pas in 1796 verworven toen het de katholieken weer was toegestaan opnieuw de eredienst te vieren.
Het lijkt niet onmogelijk dat de kapel ontstaan is op het grondgebied van de toenmalige heer van Tilburg en bij het kasteel hoorde. Dit bezit wordt in de oudste stukken – rond 1500 – aangegeven als
die steenen camer aen die cleyn Hasselt.
222 Er wordt ook wel verondersteld dat de kapel is gebouwd voor de ingezetenen van de hertgang Hasselt, gelegen aan de uiterste noordzijde van Tilburg. Omdat de parochiekerk in Tilburg drie kwartier gaans was, zou de kapel ook gediend hebben als kerk voor de buurtschappen in de omgeving.
De eenbeukige ruimte met koor en apsis aan de oostzijde heeft een gedeeltelijk ingebouwde westtoren. Deze laatste is nogal klein wat consequenties heeft gehad voor het onderzoek naar de Mariaklok. Diameter en hoogtes van de friezen van de klok konden slechts met moeite worden bepaald.
Getulius Arts schrijft in Onze
Kerkklokken – zonder overigens zijn bron te noemen – dat omtrent deze kapel en haar klokje in oude geschriften is te lezen: 'Onder de Heerlijkheijt van Tilborg is staande een Capelletje met 'n toorentje, waarin 'n horlogie en klockeslag is omtrent drie quartier vers van de groote kerck op den geheugte genaamd de Hastelt, welcke klock door de verre uitgestrektheijt des Dorps van seer veel gemack en nut is en ook in voorvallen van brant off andersints het trecke van die klock seel nootsakelijck'. Het uurwerk liep zelden op tijd, wat tot gevolg had dat in Tilburg en omgeving – wanneer het om een slecht lopend uurwerk ging – het gezegde opgang maakte 'ze staat gelijk met de Hasseltse kapel'.
Bron:
Zeist, Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Monnr. 35700; restauraties in 1796 en 1972.