Sint-Antonius-Abtkerk, Riel.
Anthoniusklok, 1519
Dm: 62,5 cm
Hm: 63 cm
Gw: 148 kg
Toon:186 es2
O.r.nr. 6 B 148 (6 B 9P)
Gieters: Willem en Jaspar Moer
Het tweeregelig opschrift van de Anthoniusklok vangt aan met een taukruis en bel (40 x 20 mm), gevolgd door een kruisje met armen van fleurs de lis en een zesbladige bloem. Sierranden van kruisbloemen (h. 30 mm) en hangende fleurs de lis (h. 25 mm) op de bovenflank omringen het tweeregelige opschrift.
Bij het woord 'makei' is een pootje van de 'n' tijdens het gietproces weggegleden; er moet
maken staan. Als woordscheidingen zijn punten in de eerste regel en zesbladige bloemen in de tweede regel geplaatst. De faussure draagt twee banden met opstaande randen en ertussen een hoge sierring. De slagring heeft drie sierringen en een niet te duiden tekst of voorstelling aan de zuidzijde. De westkant van de slagring toont een beschadiging die door het jarenlang neervallen van de hamer is veroorzaakt.
De naam
Rubbeynes of
Rubbenyes op de klok is geschreven met een
y waarboven een verlengstreep staat, hier waarschijnlijk verwijzend naar de letters
n.
187
Nazaten van Bartholomeus wonen nog steeds in Brabant en noemen zich heden ten dage Rubbens of Ribbens.
Riel maakte in de Middeleeuwen met Hilvarenbeek, Diessen en Westelbeers deel uit van de heerlijkheid Oisterwijk, een van de vier kwartieren van de Meierij van 's-Hertogenbosch.
188 De circa 250 inwoners behoorden in de vijftiende eeuw tot de parochie Alphen. De afstand Riel – Alphen was vooral in de winter een bezwaar, reden waarom men in 1444 met behulp van priester Johannes van den Nuweleynde een kapel bouwde met een altaar gewijd aan Onze Lieve Vrouw, Sint Catherina en de apostelen Petrus en Paulus. Vijftig jaar later werd er een tweede altaar in deze kapel opgericht, dit keer ter ere van Maria, haar moeder Anna en de heiligen Antonius Abt en Lucia.
189 Antonius Abt verdrong in de loop der jaren de andere heiligen en werd patroon van de kapel. Op 6 juli 1519 kwam een achttal heren ten huize van Bartholomeus Rubbens bijeen om te komen tot de stichting van een eigen parochie.
Het verzoek werd door onder anderen de abt van Tongerlo ingewilligd op 19 december 1519, het jaar dat ook de klok van Riel is gegoten. Er werd verklaard ten overstaan van notaris Godfr[ied] Rogiers dat de inwoners van Riel een jaarlijks inkomen hadden samengebracht van
7 mudden rogge en 12 Rijnsche guldens.
190 Hiermee konden zij de pastoor van Alphen schadeloos stellen voor het verlies van inkomsten en een eigen geestelijke betalen voor het lezen van missen op zon- en feestdagen en het verrichten van andere heilige handelingen. Willem Wolf, die elders Van de Kieboom heet, wordt in 1494 genoemd als priesterstudent uit Alphen en blijkt later bij de oprichting van de parochie als eerste pastoor van Riel voor de ongeveer 250 zielen te zijn aangesteld.
191 Dat blijft hij tot zijn dood.
192
Bartholomeus Rubbens, medeinitiatiefnemer bij het stichten van een eigen parochie, zou rond 1500 zijn bruid Hillegont, de dochter van Peter Andries, hebben geschaakt, wat later op een misverstand bleek te berusten toen duidelijk werd dat de ouders van het meisje toestemming hadden gegeven. In 1503 krijgt Bartholomeus voor zijn euveldaad tegen betaling 'pardon' van de toenmalige hertog Philips de Schone.
193 Pastoor Wolf en Bartholomeus Rubbens hebben de klok laten gieten.
De Anthoniusklok, genoemd naar de patroonheilige van de kapel en de kerk van Riel, is versierd met diens attributen en hangt in een ijzeren constructie.
Zij geeft ieder uur en halfuur de tijd aan. De slijtplekken op de slagring wijzen op langdurig gebruik als uurklok. Op zon- en feestdagen wordt zij geluid. De klok werd door de Duitse overheid gevorderd en op 3 februari 1943 afgevoerd naar de opslagplaats in Spijk. Pastoor L.J. van Raemsdonk schrijft na de oorlog in zijn parochieannalen dat de klok […] 'de mooiste en de grootste gelukkig aan den smeltkroes ontkomen was. Tengevolge van een door deskundigen uitgebracht protest, was de klok die reeds naar Duitschland (Hamburg?) was vervoerd, naar Groningen teruggebracht. Van hieruit is de klok begin December naar Cuijpers Kunstwerkplaatsen […] te Roermond vervoerd en via Roermond op Zaterdag 15 dec.[1945] per vrachtauto te Riel aangekomen.
Tot groote vreugde der parochianen beiert de oude St.-Antoniusklok weer in den toren der Rielsche St-Antonius-parochie'.
Bron:
Jet Rubbens, Eindhoven; Algemeen Rijksarchief, Brussel; Nationaal Beiaardmuseum, Asten.