Sint-Servatiuskerk, Megen.
167
Katherina, 1399
Dm: 92 cm
Hm: 90 cm
Gw: 600 kg
O.r.nr. 6 M 25
Gieter: Arnoldus de Gravia
Kenmerkend voor de meeste vroege Bossche klokken, waartoe deze Katherinaklok behoort, zijn de gladde kroonarmen, het kruisje met gevorkte vv-vormige kruisarmen en een ditmaal gekroonde leeuw op een driehoekig schild. De schouder van deze Katherina is rond en glad, boven en onder de letterrand werden twee sierringen aangebracht, op de faussure drie evenals op de slagring. In het opschrift zijn twee vormen voor de letter
m gebruikt. De eerste (uit het jaartal) toont een unciaal met ronde benen; de tweede (van mense) is in hoekige gotische vormen uitgevoerd.
De cijfers van het jaartal en de letters van
mense zijn bij het inwassen scheef komen te staan. Achter het woord
sum bevindt zich een ster.
In de letterrand is een afdruk van een zegel geplaatst (Ø 22 mm), dat nog haarscherp van lijnvoering is. Het ronde zegel bevat een dubbele driepas – drie spitsbogen worden afgewisseld door evenzoveel rondbogen – waarbinnen een spits wapenschild (gedwarsbalkt van zeven stukken). Het schildhoofd is beladen met drie ronde tekens, vermoedelijk vierbladige rozen.
Als rondomlopende tekst zou er – met het nodige voorbehoud – kunnen staan: + S [IGILLVM] MATEUS G (..)US SOEN.
De herkomst van het zegel is nog onzeker; mogelijk is het een persoonsgebonden zegel dat bij een van de schepenen hoorde of bij een kerkelijke persoon en daarmee bij de opdrachtgever van de klok. De kerk van Megen hoorde in 1139 bij de bezittingen van het Sint-Servaaskapittel te Maastricht.
168 Het zegel zou ook van Gosuinus Moel (overleden 1417) kunnen zijn, de eerste pastoor van Megen die met naam bekend is. Moel was lid van de Lieve-Vrouwe-Broederschap van 's-Hertogenbosch.
169
Het graafschap Megen was een leengoed van de hertog van Brabant, maar maakte geen deel uit van de Meierij van 's-Hertogenbosch.
170 'In het begin van de vijftiende eeuw was Megen nog steeds in bezit van Jan van Megen'.
171 Deze graaf was aanwezig bij een aantal belangrijke, politieke gebeurtenissen te Leuven en Brussel.
172 Mogelijk heeft hij de bouw van een kerk en het gieten van de klok in 1399 medebevorderd.
Het huis Megen stierf in het begin van de vijftiende eeuw uit en kwam in het geslacht Dicbier terecht.
De oude kerk van Megen – de klok zal afkomstig zijn uit die kerk – is in 1581 door de staatse troepen verbrand. De Antoniuskapel, waarvan de oorsprong onduidelijk is, maar die al staat ingetekend op een kaart van Jacop van Deventer († 1575), functioneerde als parochiekerk tot de bouw van de huidige Servatiuskerk in 1872.
173
Volgens schepenprotocollen in 's-Hertogenbosch (R.1178, fol. 203v) bezat klokkengieter Arnt de Grave, die getrouwd was met een dochter van klokkengieter Willem de Buscoducis, een kwart van een huis aan de Schrijnwerkersstraat te 's-Hertogenbosch, en vond er in 1381 een overdracht van goederen plaats tussen Arnt de Grave en zijn schoonvader (R. 1176, fol. 220v). Van deze Arnoldus de Gravia zijn weinig gesigneerde klokken bewaard gebleven, behalve in Megen alleen te Herbeyen (1392) en Maasbree (1399).
Bron:
Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zeist.