Kerk van Sint Jans Onthoofding,
135 Loon op Zand. Voorheen Johannes-de-Doperkerk genoemd.
Johannes Baptista, 1460
Dm: 108 cm
Hm: 109 cm
Gw: 755 kg (RDMZ)
Toon: ges
O.r.nr. 6 A 190 P
Gieters: Jan en Willem Hoernken
Opschrift:136
+ sancte * ioh[anne]s * baptista * vocor * anno * d[omi]ni * m * cccc * lx * ioh[anne]s * et * wi helmus * hoerke[n] * fr[atre]s * me * fecerunt
'Heilige Johannes de Doper zo heet ik, in het jaar des Heren 1460 maakten mij de gebroeders Jan en Willem Hoernken'.
(hoogte letterrand: 55 mm; hoogte letters: 25-30 mm)
De Johannes-Baptistaklok van Willem en Jan Hoernken is een van de weinige klokken die van hen in Brabant bewaard bleven. Zij werd gezien haar naam gegoten tijdens of kort na de bouw van de huidige kerktoren, waarin ze nog steeds hangt. In tegenstelling tot wat gebruikelijk is voor gieters uit de Bossche school het geslacht Hoernken behoorde daartoe ontbreken aan de bovenzijde van het opschrift twee sierringen en sluit het fries (h. 24 mm) met staande kruisbloemen op een gotische driepas met parelrand rechtstreeks aan op de letterrand. De kruisbloemen zijn te vergelijken met die op de Speciosa in de Dom van Keulen (afb. 7), door Jan gegoten, en de Mariaklok in de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Antwerpen die beide gieters een jaar voor de klok van Loon op Zand vervaardigden. Geert van Wou gebruikte voor zijn klokken dikwijls een sterk gelijkend fries van staande en hangende kruisbloemen.
Onder het opschrift, op de faussure en de slagring wordt het normale profiel met twee, vijf en drie sierringen gebruikt; op de schouder zijn er vijf. De kroonarmen zijn glad en de tekst vangt aan met een klein ankerkruis (24 x 23 mm). Als woordscheiding zijn bloemen geplaatst met vier puntige kroonbladeren om een ronde kern.
Tot de gemeente Loon op Zand horen tegenwoordig Kaatsheuvel en het gehucht De Moer. Schutjes spreekt onder meer ook over de 'Klokkenberg waar het kasteel ligt'.
137 De Clockenbergh was een gehucht waarvan in het laatste kwart van de vijftiende eeuw tenminste zeven boerderijen deel uitmaakten.
138 De naam lijkt een verwijzing naar de gietplaats van de grote klok.
In het verleden sprak men over het dorp 'Venloon' of 'Venloen' in plaats van Loon op Zand. Deze laatste naam is gangbaar geworden nadat de oude dorpskern en het omliggende land door zandverstuivingen in de veertiende eeuw geleidelijk werden verlaten. Het patronaatsrecht van de oude Sint-Willibrorduskerk (op de Kerkenakker) werd al in 1233 door Hendrik I van Brabant geschonken aan de abdij van Tongerlo.
Rond 1500 bestreed de toenmalige heer van Loon op Zand, Robrecht van Grevenbroeck, dit benoemingsrecht.
139
Het kerkgebouw bleef tot in de zestiende eeuw in gebruik. Toen vertrok men definitief enige kilometers naar het zuidwesten, naar de huidige parochiekerk die Johannes de Doper als patroon heeft. De oude kerk werd afgebroken. De nieuwe kerk gebouwd in zogenoemde Kempische gotiek is circa 1400 ontstaan;
140 de toren ongeveer 60 jaar later.
Getulius Arts heeft zijn jeugd in dit dorp doorgebracht, getuige zijn ontboezeming: De twee zwaarste klokken te Loon-op-Zand, die der van Vechels [deze klok van de Hoernkens] en de klok van Moer, genieten in den wijden omtrek te recht den roem als edel en vol van toon. 'k Herinner me nog levendig, hoe ik als jongen genoot op menigen Zondagmorgen uit de verre verte de geheimzinnige muziek beluisterend van deze tolken der kerk die als bazuinen Gods van hun hooge preekgestoelte hun verheven en verheffenden dienst aanvingen: preeken, onderrichten, zingen en bidden! En onbewust geraakte ik onder den indruk van het machtige, milde woord dier bronzen predikers.
Heilige klokken, volbreng nog uw plicht van predikers des Heeren voor al 't geloovige volk. Verkondigt Gods wetten, roept tot de kerk, wekt op tot bidden, breekt de bliksems, weent over de dooden, luidt voor de feesten!'
141
Wat eeuwenlang algemeen gedachtegoed was, bracht Getulius hiermee onder woorden.
De bouw van de huidige kerk heeft plaatstgevonden ten tijde van Paulus I van Haastrecht (ca. 1337-1400) die in 1374 de heerlijkheid Loon op Zand kocht en de bouw van de kerk sterk heeft bevorderd. In de leenoverdracht werd in 1383 vastgelegd dat Paulus onder meer een huis en erf opdraagt aan Margaretha, de gravin van Holland
dat hi timmeren sal tot Lone.
142 Algemeen wordt dit 'huis' als voorloper van het huidige kasteel beschouwd.