Catherijnekerk, Heusden.
Maria, 1334
Dm: 55 cm
Hm: 43 cm (zonder kroon)
Gieter: onbekend
De in 1954 opgegraven Mariaklok staat tegenwoordig midden voor een praalgraf in het oorspronkelijke koor van de Catherijnekerk.
Zij is zonder sjablone gevormd en heeft het langgerekte suikerhoedmodel dat ook de klok van Willemstad (cat. 144) heeft. Beide klokken bleven onversierd; in Willemstad heeft de klok zelfs geen opschrift. Zij wordt dan ook ouder geschat dan de Mariaklok van Heusden, die behalve een naam ook een gietjaar draagt.
Het ophangoog van de zesarmige kroon van de klok in Heusden is enigszins uitgesleten. De ronde bovenzijde (schouder) gaat zonder sierringen over in de flank, alleen de faussure toont een flauwe welving. De grote letters zijn unciaalvormen; zij staan op onregelmatige afstand van elkaar ver uiteen.
De heerlijkheid Heusden lag enige tijd op de grens van het oude hertogdom Brabant en het graafschap Holland. Ruzie binnen de famile Van Heusden leidde onder meer in 1318 tot een oorlog tussen Holland en Brabant, waarbij de graaf van Kleef de Brabantse zijde koos en de hertog van Brabant erkende als leenman over zijn gebieden.
99 De stad was door haar ligging aan het water een begerenswaardig bezit; zij werd dan ook door Jan III van Brabant volledig ingelijfd, wat mede leidde tot een nieuwe (anti-Brabantse) oorlog tussen Holland en Vlaanderen enerzijds en Brabant anderzijds.
Nog voordat in 1334 de vrede van Kamerijk werd gesloten, kocht Jan III op slinkse wijze de rechten over Heusden. Het is niet onmogelijk dat ten gevolge van de genoemde vrede de Mariaklok is gegoten. In maart 1357 kwam de soevereiniteit van Heusden en het Land van Heusden in handen van de graven van Holland.
100
De oudste gedeelten van de Catharinakerk dateren uit de tweede helft van de dertiende eeuw.
Een oorkonde uit 1328 kondigde 40 dagen aflaat aan voor ieder die de kerk van Sint Catharina te Heusden zou bezoeken. Meestal vallen zulke aflaten samen met de bouw of uitbreiding van een kerk. Zo ook in Heusden waar de toren en de zijbeuken van de kerk in die periode werden gebouwd en deze Mariaklok is gegoten.
Bij werkzaamheden verband houdend met de aanleg van de centrale verwarming van de kerk is de Mariaklok in 1954 opgegraven in de consistoriekamer, voorheen een zijkapel van de kerk. Daar bevond zich de klok onder een vloer van gebarsten Naamse steen. Vermoedelijk werd zij hieronder verborgen bij de zestiende-eeuwse onlusten.
De grote brand van Heusden in 1572 zal de klok al ondergronds hebben doorstaan, gezien de conditie van de stenen waaronder zij werd gevonden.