Sint-Petrus-Bandenkerk, Bergeyk.
Katherina, 1367
Dm: 103 cm
Gw: 670 kg
Toon: gis
O.r.nr. 6 M 2 (6 C 34)
Gieter: Jacobus van Helmont
De klok van Jacobus van Helmont is een van de oudste klokken in Brabant met een gietersnaam en de enige met de naam van deze klokkengieter. Twee klokken, in 's-Hertogenbosch en Venlo, worden aan hem toegeschreven.
Daaraan kan de Mariaklok van Aalburg (1368), die geen gietersnaam draagt en wat kleiner is (Ø 89 cm), worden toegevoegd. Met name toont deze laatste veel gelijkenis in de algehele vorm, maar ook lettergrootte en het type letters komen overeen. De klokken hebben hetzelfde aanvangskruis met scherp uitlopende armen en dezelfde sierringen op de flank. Slechts in de woordscheiding zijn de klokken verschillend: de Katherinaklok heeft een zespuntige ster, Aalburg een dubbele punt. Zoals op veel oude klokken lijkt op de Katherinaklok onder de kleine sterren en de grote losse letters – ter versteviging bij het inwassen met leem – weefsel bevestigd geweest te zijn.
Boven en onder de letterrand zijn twee sierringen aangebracht, op de faussure één en op de slagring staan er drie. De letters zijn gevormd met buiken en krullen aan de
T's en strepen onder de
M en boven de
A, zoals zij ook in manuscripten voorkomen. De meeste kunnen als majuskel worden aangemerkt, echter de letters
K, E en
H passen in het minuskelbeeld.
Volgens Getulius Arts werd de klok eeuwen achtereen elke avond om negen uur geluid. De oorsprong van dit gebruik ligt – naar men zegt – bij een fundatie door een vermogend en aanzienlijk heer, die verdwaald zou zijn in een moeras gelegen bij de grens van Bergeyk en Neerpelt. Ondanks duisternis en slechte weersomstandigheden kon de man de weg vinden, omdat hij de klok van Bergeyk hoorde luiden. Het geluk dat hem toen trof, wilde hij met anderen delen en daarom schonk hij een som geld om de klok te kunnen laten horen. De regering besloot in 1830 hieraan een eind te maken in verband met het uitbreken van de Belgische Opstand; daarna heeft dit luiden niet meer plaatsgevonden.
Bij het instorten van de oude romaanse toren in 1650 viel ook de Katherinaklok naar beneden. Zij bleef desondanks behouden en hangt sinds 1669 in het enig overgebleven lui- of klokhuis van Brabant, dat in Bergeyk 'klokkenhuis' wordt genoemd.
Historisch gezien is dit een interessant bouwwerk, maar in de zeventiende eeuw was het bepaald geen teken van welvaart. In meer dorpen werden klokken in deze houten constructies gehangen. Er was toen in de provincie Noord-Brabant blijkbaar weinig of geen geld beschikbaar voor het bouwen van stenen torens.
36
De Hofkerk, zoals de Petruskerk ook wordt genoemd
37, is door Hendrik Verhees getekend met een vieringtorentje, een vervanging uit 1722 van het oorspronkelijke exemplaar.
38 Volgens Getulius hing er een klok in van 350 pond. Hij schrijft: 'Hieromtrent komt in de dorpsrekening van 1655 voor'
betaelt aan Hendrick […] clockmester, van 't vervangen van 't cleijn clocke f 15-1-0.
Maar wie was de mysterieuze clockmester? Een plaatselijke autoriteit, zoals een schoolmeester die voor de klokken zorg droeg, een ambachtsman (smid) die de klokken ophing of een onbekende gieter die de kleine klok verving?
Het woord 'clockmester' komt elders eveneens voor (bijlage 4). Omstreeks 1809 zou deze klok bij het beieren gebarsten zijn en vervangen.