afb. A.F.A.M. Wetzer, 1 september 2020
Kapel (E)Algemeen (hoofdvorm, kap):De kapel met nevenruimtes ligt aan de noordzijde in het verlengde van vleugel De en is toegankelijk vanuit de centrale hal binnen de voorvleugel. De kapel heeft één hoge bouwlaag, waarvan de goot op dezelfde hoogte ligt als bij de voorvleugel. Het zuidelijke deel heeft een rechthoekige opzet onder een met gesmoorde opnieuw verbeterde holle pannen gedekt zadeldak.Aan de noordzijde bevindt zich een forse toren, met tegen de oostzijde een lage zijbeuk. De toren heeft een omlopend, met grijze leien in Maasdekking gedekt schilddak, bekroond met een geheel met lood omklede lantaarn met galmgaten met een rondboogvormige beëindiging. De lantaarn heeft een met leien in Maasdekking gedekt tentdak met een enigszins gestileerde uivormige bekroning met vlakke zijden en afgeschuinde hoeken. Op de bekroning staat een sobere piron met opengewerkt smeedijzeren kruis. De oost- en westgevel van de toren hebben opmerkelijk zware steunberen, die de oostelijke zijbeuk volledig insluiten en tevens als topgevel fungeren voor de kap van het schip. Deze zijbeuk heeft een met gesmoorde opnieuw verbeterde holle pannen gedekte lessenaardak. Tegen de noordzijde van de toren bevindt zich een halfronde apsis onder een met grijze leien in Maasdekking gedekt koepeldak. Tegen de westzijde van de toren bevindt zich een rechthoekig enkellaags sacristie onder een flauwhellend, met gesmoorde opnieuw verbeterde holle pannen gedekt zadeldak, dat aan de westzijde afsluit met een tuitgevel. Tegen de westgevel bevindt zich een gemetseld bordes met smeedijzeren balustrade. Constructies:De kapel heeft dragende, als spouwmuur uitgevoerde gevels. Boven het schip is een reeks van vijf betonbalken in de gevels opgelegd. Op deze als zichtwerk uitgevoerde balken zijn dwarsmuren met drie forse rond bogen opgetrokken, waarin de zware dakgordingen zijn opgelegd. Hierover ligt een verticaal dakbeschot.De constructies van de zijbeuk, sacristie en toren zijn niet bekend, maar een traditionele opzet met houten spanten is waarschijnlijk. Gevels:De kapelgevels hebben dezelfde gevelopzet als de vleugels. Ook de apsis heeft dezelfde opbouw, maar hier heeft de gevel boven het fries een tweede fries met siermetselwerk in een ruitvorm. Boven dit tweede fries volgt een zeer hoge, licht geprofileerde kunststenen gootlijst. De westelijke topgevel van de sacristie heeft betonnen schouder- en dekstukken, thans met koperen afdekkingen.De torengevels sluiten aan de bovenzijde af met betonnen kantelen met (niet oorspronkelijke) koperen afdekkingen. Onder de vlakken tussen de kantelen steken trapeziumvormige betonnen consoles, eveneens met koperen afdekkingen, uit het gevelvlak. Deze consoles hebben in de bovenzijde een gootje, dat oorspronkelijk met lood bekleed, fungeerde als spuwer. De schipgevels (oost en west) hebben een zes traveeën brede opzet, waarbij de vijf noordelijke traveeën zijn uitgevoerd met rondboogvormige spaarnissen onder dubbele halfsteens bogen. Binnen de spaarnissen liggen hooggeplaatste rondboogvensters met dagkanten van afgeschuinde profielstenen. In de zuidelijke travee hebben beide gevels boven het orgelbalkon een rondvenster met dagkanten van afgeschuinde profielstenen. Alle vensters hebben betonnen traceringen met ronde en vierkante openingen, voorzien van gekleurd bewerkt glas. De oostgevel van de zijbeuk (naast de toren) heeft drie spaarnissen onder halfsteens rondbogen. Binnen elke spaarnis ligt een hooggeplaatst spleetvenster met bakstenen lekdorpel en halfsteens rollaag. In de openingen zitten stalen ramen. De geheel gesloten apsisgevel heeft een gepleisterde uitspringende plint en centraal siermetselwerk in een forse ruitvorm met daarbinnen negen kleinere ruiten. De ruiten worden omgeven door halfsteens rollagen, met op de kruisingen ruw bewerkte kunststenen blokjes. Rond deze gevel staat een reeks gemetselde, zich naar boven toe versmallende posten met gepleisterde | 10 |
afdekkingen. Tussen deze posten zijn kettingen bevestigd. Van de sober uitgevoerde torengevels hebben de oost- en westgevel een vierkant venster binnen een kunststenen omlijsting. De vensters hebben een betonnen tracering met ronde- en vierkante openingen, voorzien van gekleurd bewerkt glas. De geheel gesloten noordgevel heeft boven het dak van de apsis betonnen cirkel met daarbinnen een betonnen lijst in een opengewerkte kruisvorm. Daarbinnen is siermetselwerk in een diagonaal patroon toegepast. De vier forse steunberen op de hoeken van de toren hebben aan de bovenzijde gepleisterde verspringende hoekblokken, waarbij de bovenste als dekstuk over de gehele steunbeer is doorgezet. De steunberen hebben een niet oorspronkelijk koperen afdekking. De sacristie heeft in de noord- en zuidgevel aansluitend op de toren een fors venster binnen een kunststenen omlijsting. Binnen de openingen zit en betonen tracering met ronde en vierkante openingen, die samen een kruis vormen. In de openingen zit gekleurd bewerkt glas. Aan de westzijde hebben deze gevels twee gekoppelde vensters met bakstenen lekdorpels en halfsteens rollagen. Tussen deze vensters zit een kunststenen dam. In de openingen houten kozijnen met stalen ramen met een zesruits roedenverdeling. De westgevel heeft rechts een overeenkomstig gekoppeld venster. Links heeft deze gevel een deuropening binnen een kunststenen omlijsting. In de opening een stalen deur met glasopening met roedenverdeling. Rechts van deze deur nog een klein toiletvenstertje met stalen raam. Hier bevindt zich ook nog een oorspronkelijke achthoekige lantaarn met groen bewerkt glas aan de gevel. Voor de deur een gemetseld bordes met een halfsteens afsluitende rollaag en gemetselde treden. De bovenzijde van het bordes is uitgevoerd met plat gemetselde stenen in een blokverband. | 11 |
Interieur, indeling en elementen:De kapel heeft nog in belangrijke mate de oorspronkelijke opzet en afwerkingen, met een in het zicht gelegen dakconstructie.Binnen de toren bevindt zich een plafond, uitgevoerd als zwaar balkenraster met negen vlakken met diagonale schroten. Behoudens het binnen de toren en apsis gelegen priesterkoor is de kapelvloer met tapijt bedekt. De hoger gelegen koorvloer is uitgevoerd in travertin, met ingelegde banden met zwarte vlakken op de kruisingen. Het koor wordt door een eveneens in travertin uitgevoerde lage balustrade op vier bewerkte kolommen van het schip gescheiden. Wat verder terugliggende trappen flankeren de balustrade. Op de scheiding van toren en apsis bevindt zich op een verhoogd bordes met omlopende treden de in travertin uitgevoerde altaartafel. De grotendeels in schoon metselwerk uitgevoerde kapelgevels hebben in het schip gepleisterde spaarvelden onder dubbele halfsteens rondbogen op kunststenen profiellijsten. Onder deze lijsten zijn de randen van de velden met profielstenen gemetseld. In de spaarvelden zitten de hooggeplaatste vensters met schuine dagkanten. Onder het orgelbalkon hebben de zuidelijke traveeën van de zijgevel deuropeningen met afgeschuinde dagkanten | 12 |
binnen spaarvelden. De openingen hebben met profieldelen opgeklampte deuren met een ronde bovenzijde. De opening in de westgevel is als dubbele deur uitgevoerd. Aan weerszijden van het priesterkoor hebben de oostelijke- en westelijke torenwand drie rondboogopeningen, gescheiden door gemetselde ronde zuilen met wijd uitspringende vierkante geprofileerde betonnen kapitelen. De dubbele halfsteens rondbogen lopen boven achterliggende nevenruimtes als gemetselde tongewelven door. Haaks op deze gewelven vormen twee tussenliggende, wat lagere tongewelven de verbinding tussen de gewelven. Het in de zuidelijke travee gelegen orgelbalkon heeft een zeer sober geprofileerde betonnen randbalk met daarop een smeedijzeren balustrade met geometrische vormen tussen een reeks vierkante balusters en een transparant gelakte bovenlijst. Het interieur van de sacristie is niet bezocht. | 13 |