afb. L.M. Tangel, juli 1984
Een katholiek grafmonument dat men op het eerste gezicht niet als zodanig herkent, is het imposante praalgraf voor Engelbert van Immerseel († 1652) en Helena de Montmorency († 1648) in Bokhoven ten noorden van 's-Hertogenbosch. Het behoort tot het mooiste wat de Gouden Eeuw in Nederland heeft voortgebracht op het gebied van funeraire sculptuur. De beeldhouwer is Artus I Quellinus, die verantwoordelijk is voor praktisch al het beeldhouwwerk van het toenmalige stadhuis van Amsterdam, nu Paleis op de Dam. Twee levensgrote figuren, uitgehouwen in wit Carraramarmer, liggen op een tombe van zwart en rood geaderd marmer, die aan de voorzijde een grote griffioen en leeuw laat zien ter weerszijde van een opschrifttafel. De soepele weergave van de weelderige kleding en de ongedwongen houding van de liggende figuren getuigen van een grote kwaliteit van dit unieke kunstwerk. De inscriptie vermeldt de titels van de overledenen en hun sterfdata; er is geen bede op aangebracht, wel het bekende D.O.M. (voor de algoede en allerhoogste God). Ook de houding van de handen is niet die van gebed, de handen liggen ongedwongen op hun borst. De tombe stond oorspronkelijk opgesteld in een apart daarvoor gebouwde kapel aan de noordzijde van het koor met opening naar het altaar en is pas in 1947 bij afbraak van de bouwvallige kapel verhuisd naar de huidige plaats in het noordelijke transept van de kerk.
| 34 |
Theo Hoogbergen, 'Bosch meesterwerk van Aert Quellyn : Het praalgraf te Bokhoven' in: Bossche Bladen 1 (1999) 18-21
Léon van Liebergen en Wouter Prins, Deftige Devotie (2003) 34 (afb. 9), 35