In het begin van de veertiende eeuw bezaten de Bossche slagers een eigen pand, het Vleeshuis. Het fraaie gebouw, dat eens als Gewanthuis fungeerde, werd in 1850 afgebroken. Het bezat drie ingangen: één aan de Pensmarkt, één tegenover het stadhuis en een derde aan de Marktzijde. In het benedengedeelte van het gebouw hadden de slagers hun vleesbanken. Daar konden de Bosschenaren hun vlees kopen: aparte slagerswinkels waren er niet. Op 1 juli 1549 verleende het stadsbestuur van 's-Hertogenbosch een nieuwe keur (reglement) aan het ambachtsgilde van de slagers. Op 3 oktober van dat jaar werd dit reglement door keizer Karel V als Hertog van Brabant goedgekeurd.
In dit reglement was onder meer de bepaling opgenomen dat slechts meester konden worden: 1. De oudste zoon van een meester-slager die dan minstens 18 jaar oud moest zijn: 2. Andere zonen van een meester-slager die op hun beurt minstens 20 jaar oud moesten zijn; 3. Degenen die trouwden met een slagersdochter. Deze zonen en dochters moesten allen geboren zijn nadat hun vader meester was geworden. Dat betekent, dat je opeenvolgende generaties van Bossche slagers kunt krijgen. Zo leefde er ruim 500 jaar geleden - dus nog vóór het bovengenoemde reglement - de vleeshouwer Daniël Croeck. Zijn dochter trouwde omstreeks 1480 met Reyneer Loden, ook wel genoemd Loijen. Een nakomelinge van hen, Neelke Andriessen, trad op 10 februari 1643 in het huwelijk met Gerrit van Os, die al binnen twee weken meester van het vleeshouwersgilde werd. En de familie Van Osch bleef slager. F.A.M. van Osch oefende een aantal jaren geleden dat vak nog uit op de Hinthamereinde. Hij was de zestiende rechtstreekse slager in de reeks vanaf Daniel Croeck.
Deze procedure zorgde ervoor, dat er geen 'vreemden' in het slagersgilde kwamen. Iedere opeenvolgende slager was immers familie. Omdat er na 1629 géén slagers hervormd zijn geworden en er géén huwelijken plaatshadden tussen hervormde slagers en katholieke slagersdochters, was het mogelijk dat het slagersgilde een katholiek gilde bleef. De vleesverkoop in het Vleeshuis was dus alleen aan katholieken voorbehouden. Dat was een doorn in het oog voor het Bossche stadsbestuur in de 17e en 18e eeuw. Zij probeerde gedaan te krijgen dat het gilde (evenals de andere ambachtsgilden) opengesteld werd voor niet-katholieken. Dat lukte niet.
Het gilde van de slagers had slechts een plaatselijke economische betekenis voor 's-Hertogenbosch. Toch had zij echter een stevige positie, omdat zij de plaatselijke vleesverkoop geheel in eigen hand had en tevens de vee-aankoop grotendeels beheerste.
In de Franse tijd, in 1798, werden de ambachtsgilden opgeheven. Ook het slagersgilde verdween in de jaren daarna. Anderen dan eigen kinderen en schoonzonen konden toen slager worden en de hegemonie doorbreken. Dat gebeurde dan ook. En nu? Nu is voor een deel de slagerswinkel vervangen door een aparte toonbank in een supermarkt.
|
1902 |
A.F.O. van Sasse van YsseltHet Vleeshouwersgilde te 's HertogenboschTaxandria 9 (1902) 193-203, 220-230 |
|
1953 |
RedactieDe Bossche slagers in het verledenDe Slagerij 40 (1953) 680 |
|
1955 |
H.F.J.M. van den Eerenbeemt's-Hertogenbosch in de Betaafse en Franse tijd 1794-1814Nijmegen-Utrecht (1955) 22, 159 |
|
1959 |
H.B.M. EssinkEen Bossche slagersstamreeks : De linie Croeck-Loden-van Osch (± 1450 tot heden)De Brabantse Leeuw 4 (1959) 58-60 |
|
1960 |
H.B.M. EssinkSlagersstamreeksen van enige personen, die in de periode 1780-1820 in Den Bosch vleeshouwer werdenDe Brabantse Leeuw 2 (1960) 22-28 |
|
1960 |
H.B.M. EssinkNog iets over de Bossche slagersDe Brabantse Leeuw 3 (1960) 39-42 |
|
1989 |
Henny MolhuysenVerhalen en legenden : Katholieke slagersBrabants Dagblad donderdag 6 april 1989 |
|
2004 |
Jozef Hoekx en Valentijn PaquayIX Economische zaken : 4. Slagers en de VleeshalInventaris van het archief van de stad 's-Hertogenbosch 1262-1810 (2004) 468-469 |
1507 |
Kapittel 22. Vleeschhouweren Ambacht
R.A. van Zuijlen, Inventaris der Archieven van de Stad
|
|
1571 |
Kapittel 7. Afgevaardigden uit de gilden der vischkoopers, vleeschhouwers en bakkers, om aan den Hertog van Alva een adres te overhandigen, houdende klagten tegen het geweld, dat de soldaten van het garnizoen die ambachten in het verkoopen aandeden, met verzoek om daarin te voorzien. De Hertog, noch Don Frederico de Toledo willen daarop schriftelijk antwoord geven. Mondeling wordt de Commissie beloofd, dat daarin zal voorzien worden.
R.A. van Zuijlen, Inventaris der Archieven van de Stad
|
1327 |
No. 9De magistraat van Den Bosch geeft een keur aan het gilde van de slagers.
Zegel met contrazegel van de stad en dat van den schout beide in groene was, zwaar beschadigd.
De ambachtsgilden van 's-Hertogenbosch vóór 1629 : Eerste stuk (1946) 18-22
|
|
1361 |
No. 16De magistraat van Den Bosch maakt een ampliatie op de keur van het gilde der slagers.
Zegel ad legata van de stad in groene was een weinig geschonden, dat van Gerrit van der Elst is verloren.
De ambachtsgilden van 's-Hertogenbosch vóór 1629 : Eerste stuk (1946) 32-34
|
|
1459 |
No. 70Het stadsbestuur van Den Bosch geeft een keur aan het ambacht der slagers.De ambachtsgilden van 's-Hertogenbosch vóór 1629 : Eerste stuk (1946) 110-112
|
|
1549 |
No. 137Het stadsbestuur van Den Bosch geeft een keur aan het gilden der slagers.
Afschrift naar authentiek afschrift door Bouetius, notaris te 's-Hertogenbosch, van 1707.
Geïnsereerd in de confirmatie door Karel V van 3 October 1549 (zie no. 138). De ambachtsgilden van 's-Hertogenbosch vóór 1629 : Tweede stuk (1946) 539-554
|
|
1549 |
No. 138Karel V conformeert en approbeert de keur van het gilde der slagers in Den Bosch van 1 Juli 1549.Met insertie van de gildekeur.
Afschrift naar authentiek afschrift door Bouetius, notaris te 's-Hertogenbosch, van 1707.
De ambachtsgilden van 's-Hertogenbosch vóór 1629 : Tweede stuk (1946) 555-556
|
J.H. van Heurn, Beschrijving der Stad 's-Hertogenbosch (2022) 492, 508-512
L.P.L. Pirenne, 's-Hertogenbosch tussen Atrecht en Utrecht (1959) 12, 59n, 83n, 85n, 86, 97, 120, 144, 171
A. van Sasse van Ysselt, 'Het Vleeschhouwersgilde te 's-Hertogenbosch' in: Taxandria (1902) 193-203, 220-230