De tweede had tot sinspreuk Wildtrouw ontbooren zij werd die der Katharinisten genaamt. Zekere Amelis Spiering stigte het Gilde of Genootschap onder den last dat men die keersen zoude laaten branden die op het hooge Koor aan de Pijlaaren staan altoos op St Katharinen avond te Vesper tijd en op den dag ter metten, onder de Hoogmisse en Vespere insgelijks op St Katharinen dag en avond. De Broederschap of het Gilde vergold hier voor jaarlijks aan de Fabrieke der Kerke zes ponden paaijements. Deze Broederschap droeg ook de lijken van zulken die aan de Pest stierven ten graave. Ook deed zij nog andere diensten ter eere aan de Stad. Dan welken die waren vind ik niet geboekt. Zij schoot mede naar de papegaai1 | 692 |
Noten | |
1. | Kronijk der Stad 's-Hertogenbosch M:S: onder mij berustende Oudste Ligger der Kerken goederen Fol 224 Requeste door den Hopman en van de gemeene Broederen van St Katharinen Gilde aan de Regeering overgegeeven in de Archieven der Stad |
Willem Cornelis Ackersdijck, 'Geschiedenis der rederijkkamers der hoofdstad en meyerye van 's Hertogen-bosch' in: Proeve van oudheid-, taal- en dichtkunde (1775)
Anne-Laure Van Bruaene, Repertorium van rederijkerskamers in de Zuidelijke Nederlanden en Luik 1400-1650 (2004)
Jan Thieullier, 'Catharynisten binnen s'Hertoghen Bosche, Refereyn' in: De schadt-kiste der philosophen ende poeten (1621)
J.H. van Heurn, Beschrijving der Stad 's-Hertogenbosch (2022) 692, 693