In de stadsrekeningen van 1496 is sprake van ‘den gesellen van Sinte Kathrijne spelen’, ‘den gesellen van Sinte Barberen spele’ en ‘den gesellen van Sinte Aighte spele’ en ook van ‘den voirs. drien gilden Kathrijnen, Barbaeren ende Aighten’. Deze drie gezelschappen waren actief binnen de OLV-processie en soms bij blijde intreden. Daarnaast manifesteerden ze zich als broederschappen van baardragers. Ze hadden in de zestiende eeuw niet hetzelfde statuut als de officiële kamer Mozes Doorn. In de jaren 1567-1597 wordt het gezelschap niet in de stadsrekeningen vermeld. In 1628 vaardigden gouverneur, schout en schepenen een instructie uit voor de vijf rederijkersgezelschappen van 's-Hertogenbosch. In 1629 werd 's-Hertogenbosch veroverd door de Staten-Generaal. Na 1652-1653 wordt dit gezelschap niet meer vermeld in de stadsrekeningen. |
Anne-Laure Van Bruaene, Repertorium van rederijkerskamers in de Zuidelijke Nederlanden en Luik 1400-1650 (2004)