Ton Vogel, 24 augustus 2018
De kooromgang van de Sint-Jan is niet altijd toegankelijk. Vorig jaar gedurende een paar maanden dat deze wel was opengesteld ontdekte ik tegen een pilaar aan de noordzijde, een beetje verdekt opgehangen, een bijzondere steen, met een afbeelding en een Latijnse tekst. Daarover wilde ik meer weten en dus ging ik op onderzoek in het kerkarchief. De ‘Sint-Jansklokken, Godsdienstig weekblad voor het Bisdom ’s-Hertogenbosch’ meldt op 1 september 1945 dat enkele heren een bijzonder initiatief nemen. Het zijn P.H. van Kessel, architect van Gemeentewerken, F. Van Dongen, opzichter-tekenaar bij de restauratie van de Sint-Jan en G.J.G. Huijboom, technisch ambtenaar. Ze maken het volgende bekend in het weekblad: “Het plan is gevormd voor de priesters van het bisdom een monument op te richten waarop allen zullen vermeld worden die door dezen oorlog te lijden hebben gehad […]. Zij die dit lijden hebben ondergaan mogen niet aan de vergetelheid worden prijsgegeven […]. Het monument zou moeten worden opgericht in de kathedrale basiliek van Sint-Jan.” Huijboom is secretaris van het “Comité van het priestermonument in de St.-Jan”. Het comité begint een collecte in het najaar van 1945 middels een oproep in de Sint-Jansklokken. Door de geldblokkering van na de oorlog leverde de inzameling aanvankelijk niet veel op, maar na de deblokkering (19 december 1945) verliep het wat beter. Uit het gehele bisdom kwamen giften binnen. Van ’s-Hertogenbosch tot Zesgehuchten en van Eersel tot Nijmegen. Gestort door particulieren, zoals middenstanders, klompenmakers en fruittelers, maar ook van kerkbesturen en kloosters. Denk niet dat het om enorme bedragen gaat, overal was schraalhans keukenmeester. In 1945 en ’46 werd door deze donoren in totaal f 774,- gestort. Na aftrek van kosten voor enveloppen, porti en circulaires bleef er f 757,- over. Plebaan is ‘not amused’De pastoor van de St.-Jansparochie, plebaan Van Susante, leest tot zijn niet geringe verbazing over de plannen van het comité in het bisdomblad. Hij klimt in de pen op 30 december 1945 en kapittelt de werkwijze van het comité. Hij stelt in een brief aan Huijboom dat deze in overleg had moeten treden met het kerkbestuur en het bisdom, alvorens tot de inzameling van gelden over te gaan. “Tot het doen opnemen van uw oproep werd de redactie van de Sint-Jansklokken bewogen door uw uitdrukkelijke verzekering dat ‘alles in orde was’. | 11 |
Alvorens tot verdere actie over te gaan, verzoek ik u met het RK-kerkbestuur van Sint-Jan in overleg te treden, opdat wij ons niet genoodzaakt zullen zien, uwe actie openlijk te desavoueren”.
Uiteindelijk wordt de soep niet zo heet gegeten als opgediend. Er wordt wederzijds contact gezocht over de te volgen stappen.De uitvoering van het monumentEr wordt in eerste instantie gedacht aan een beeldengroep, met de steniging van de H. Stefanus. Hij is de eerste martelaar na de dood van Jezus Christus door toedoen van Saulus. (zie: Handelingen der Apostelen, hoofdstuk 6 en 7).Volgens aantekeningen in een brief van 16-3-1947 van Huijboom aan de plebaan zou aan het bedoelde monument de tekst toegevoegd moeten worden: “Heer, reken hun deze zonden niet toe”. Dit idee geeft volgens Huijboom “de gemoedsstemming aan van de priesters die hier herdacht worden en ook martelaren zijn geweest en waarvoor sommigen zelfs hun leven hebben gegeven”. In het voorjaar ’48 komt het idee van een vlakke gedenkplaat bovendrijven, in plaats van een beeldengroep. Dit leidt tot een conflict, met als gevolg dat de commissieleden Van Kessel en Van Dongen ontslag nemen en alleen Huijboom overblijft. Het wordt een kwestieOp 4 december 1949 schrijft plebaan Van Susante een resumé over de kwestie ‘Priestermonument’ aan bisschop Mutsaerts, op diens verzoek. Daaruit blijkt dat in overleg met het comité aan de heer Jac. de Bresser de opdracht is gegeven om ontwerpen te maken. Maar omdat deze ontwerpen niet voldoen, wordt er in overleg met de architect besloten een gedenksteen in plaats van een monument te plaatsen. Er is immers onvoldoende geld beschikbaar en evenmin is er een geschikte plaats.Verder schrijft de plebaan dat Huijboom zeer teleurgesteld is, de beste bedoelingen heeft gehad, de laatste tijd ernstig ziek is, zo zelfs dat hij voorzien moest worden van de laatste HH. Sacramenten. De plebaan besluit aldus: “Mocht het voorstel van het kerkbestuur om een gedenkplaat (gedenksteen) aan te brengen in plaats van een monument de goedkeuring wegdragen van U Hoogw. Exc. en dat plan misschien zelfs door u worden overgenomen als bemiddelingsvoorstel, dan is het wellicht mogelijk, dat de zaak tot een goede oplossing komt.” De bisschop vindt het inderdaad een goed compromis, zo schrijft hij op 6 februari 1950, aan de plebaan èn Huijboom. GedenktafelTwee en een half jaar later ontvangt de springlevende Huijboom - op 27 oktober 1952 - van plebaan Van Susante een brief dat het monument is gereedgekomen en dat het een waardige plaats zal krijgen in de H. Sacramentskapel. (Huijboom overlijdt op 16 december 1955).Aan de noordzijde van de kooromgang, niet in de Sacramentskapel, hangt tegen een pijler de gedenkplaat. Die is, zoals reeds aangegeven, niet vaak te zien vanwege de bouw van de grote kerststal, die elk jaar vanaf half september opnieuw wordt opgebouwd en pas eind februari is opgeruimd. Daarna kan dit deel van de kooromgang weer bezocht worden. Er staan geen namen op de gedenksteen, hij is 95 cm. hoog en 50 cm. breed. De afbeelding is gebaseerd op een verhaal uit het Bijbelboek Daniël. De Latijnse tekst luidt als volgt. EA SACERDOTUM LAICORUMQUE MULTITUDO DIOCESIOS BUSCODUCENSIS QUI SINE CRIMINE VINCULIS VEL OBSIDIO MULCTATI QUIN ETIAM NECE AFFECTI SUNT A DIE 10 MAII 1940 U.A. DIEM 18 MAII 1945 TENEBRAE TUAE SICUT MERIDIES ORIETUR IN TENEBRIS LUX TUA IS. 58-10 Vertaling: het grote aantal priesters en leken van het bisdom ‘s-Hertogenbosch die onschuldig met boeien of met gijzelaarschap zijn gestraft of zelfs vermoord zijn vanaf 10 mei 1940 tot 18 mei 1945. Uw duisternis is (helder) als het middaglicht; in de duisternis zal uw licht opgaan. Jesaja 58-10 Afbeelding uit het Boek DaniëlDe verhalen uit dit Bijbelboek spelen zich af tijdens de ballingschap in Babylonië. De bovenlaag van de Judese bevolking is daarheen weggevoerd nadat Jeruzalem is verwoest door de Babylonische koning Nebukadnessar, in 597 en 586 v. Chr. De hoofdpersoon, de Judeeër Daniël, verblijft als vertrouweling van de koning aan het hof: hij | 12 |
bezit het talent om dromen en visioenen van de koning te verklaren. Ook drie van zijn Joodse vrienden, Charanja, Misaël en Azarja bekleden hoge posities aan het hof van Nebukadnessar en diens opvolgers. Op verzoek van Daniël draagt de koning het bestuur van de provincie Babel over aan de drie wijze Judeeërs. Ze ontvangen van de hoofdeunuch nieuwe namen, uit de taal der Chaldeeën: Sadrach, Mesach en Abednego. Op een dag laat de koning een enorm gouden beeld oprichten, en alle bestuurders en ambtenaren moeten ervoor knielen om het te vereren op het moment dat de muziek van hoorns, fluiten, lieren, citers en luiten klinkt. De drie Judese mannen storen zich niet aan dit bevel om het beeld te vereren. De koning, dit gehoord hebbende, ontsteekt in woede en dreigt hen te knevelen en levend in een vuuroven te verbranden. De straf wordt werkelijk uitgevoerd. Echter in het vuur verschijnt een vierde persoon, een door God gezondene, en de vier mannen verlaten ongedeerd het vuur. Dat is de afbeelding op de gedenktafel. Nebukadnezar prijst de God van de Judeeërs, verleent hen meer privileges en vaardigt straffen uit aan ieder die hun God beledigt (zie Bijbelboek Daniel, 3, 1-30). Lijsten van geestelijkenIn het bisdom ’s-Hertogenbosch werden tijdens de Tweede Wereldoorlog vijftien priesters gegijzeld, in de seminaries van Sint-Michielsgestel en Haaren. In de Sint-Jansklokken van 11 augustus 1945, nr. 1150, zijn hun namen opgenomen.Andere in het bisdom werkzame priesters werden gevangengenomen, op transport gesteld naar concentratiekampen of gevangenissen. Er zijn enkele, voor Bosschenaren, bekende namen bij. Kapelaan Koopmans van de Antoniusparochie op de Muntel werd door de Gestapo op 9 augustus 1944 vóór zijn pastorie doodgeschoten. De karmeliet en Nijmeegse hoogleraar Titus Brandsma kwam om in Dachau. In de gedachteniskapel in de Sint-Jan wordt hij herdacht. De rector van kweekschool Concordia op de Papenhulst, L. Rooyackers, werd op 28 juni 1940 gearresteerd en kwam na vijf jaar levend uit Dachau terug, korte tijd na de bevrijding van dat kamp op 29 april. De Sint-Jansklokken van 25 augustus 1945, nr. 1152, bevat een lijst van 33 gearresteerde priesters uit het bisdom. Pastoors, kapelaans, rectoren, hoogleraren, franciscanen, kapucijnen, een dominicaan, en een sacramentijn. Lijst van 15 priesters die gegijzeld zijn geweest· Mgr. F.N.J. Hendrikx, ’s-Hertogenbosch · Mgr. Dr. Th. Goossens, Tilburg · J. Cobbenhagen, Tilburg · G. Hamers, Eindhoven · P. van Heijst, Ravenstein · J. Sicking, Eindhoven · Drs. G. Bannenberg, Tilburg · Dr. G. Spiekman, sacramentijn, Hatert · P. Janssens, Oss · A. Grijpink, redemptorist, Nijmegen · P. Brands, Oss · H. Hoek, norbertijn, Vlijmen · G. Lutz, karmeliet, Boxmeer · S. van Geffen, karmeliet Boxmeer · G. Soons, Aalst Lijst van 34 priesters, afgevoerd naar gevangenis of kamp, of omgekomen of gedood· L. Rooijackers, ’s-Hertogenbosch · H. v. d. Boogaard, ’s-Hertogenbosch · B. Rijken, ’s-Hertogenbosch · H. Koopmans, ’s-Hertogenbosch († 9 augustus 1944) · M. van Besouw, Boxtel · Chr. Verhoeven, Budel · A. Lathouwers, Dinther · A. Ketelaars, Donk · A. van Rooij, Dussen · W. Croonen, Eindhoven · Pater Laurentius, kapucijn, Eindhoven · H. Koenraad, zijn assistent, Eindhoven · G. Renders, Geldrop · A. van Thiel, Hatert · M. Lam, Helmond · W. Timmermans, Herpt · A. van Vlokhoven, Kerkdriel · E. van de Ven, jezuïet, Nijmegen · B. van Ogtrop, jezuïet, Nijmegen · G. Schellekens, Nijmegen · Dr. J. Teulings, Nijmegen · G. Meijer, dominicaan, Nijmegen · L. Bijnen, Reusel · J. v. d. Hagen, Tilburg · J. Van Dal, Tilburg · M. Jansen, Vierlingsbeek († ?) · A. van de Berg, franciscaan, Wychen · V. Spee, franciscaan, Wychen · Dr. Titus Brandsma, karmeliet, Nijmegen († Dachau 26 juli 1942) · Mgr. Dr. J.H.E.J. Hoogveld, Nijmegen · Dr. J. Knipping, franciscaan, Nijmegen · Mgr. Dr. A.J.M. Mulders, Nijmegen · Mr. R.H.W. Regout, jezuïet, Nijmegen († Dachau 29 december 1942) · Dr. F.L.R. Sassen, Nijmegen Dank aan de vertaler Norbert Smulders (pr.) en de archivaris van de Sint-Jan, Leo Peters. | 13 |
2018 |
Ton VogelGedenksteen in de Sint-Jan
Bossche Kringen 6 (2018) 11-14
|