Tony Zeeuwe
Bastion Vught, achter Chalet Royalafmetingen: (bronzen reliëf) 147 x 39 cm; (steen) 150 x 100 x 18 cm; (bakstenen sokkel) 136 x 90 x 118 cmmateriaal: brons, natuursteen, baksteen datering: 1979 vervaardigd door: Vincent Reijers Op het liggende bronzen relëf zijn strak, schematisch en in vogelperspectief het zuidelijk deel van de muren van de stad en het fort Sint Anthonie afgebeeld. Een loopgraaf bereikt bastion Vught. Onder het relëf staat de tekst (van drs. P.Th.J. Kuyer): "Hier werd de veste overmand. Hier brak met 't hertogdom de band. Maar Brabant bleef sijn eyghen lant". De gedenksteen werd op 14 september 1979 onthuld ter herinnering aan de capitulatie 350 jaar eerder voor het leger van Frederik Hendrik. | 87 |
Gedenksteen Bastion Vught 1629. De uitdrukking "syen eyghen lant" stamt uit de rijmkroniek van Jan van Heelu "Yeesten van den Slag van Woerdingen" (1288); de betekenis is geen andere dan: Brabant is zichzelf gebleven (drs P.Th.J. Kuyer). |
Op het bastion Vught, nabij Chalet Royal, ligt een eenvoudige herdenkingssteen. In reliëf zijn het zuidelijke gedeelte van de muren van de stad en het fort St.-Anthonie afgebeeld. Een loopgraaf bereikt bastion Vught. Onder het reliëf staat te lezen: „Hier werd de veste overmand. Hier brak met 't hertogdom de band. Maar Brabant bleef sijn eyghen lant”. Vier jaar geleden werd deze door vader en zoon Reijers ontworpen gedenksteen met de tekst van drs. P. Kuyer op 14 september bij een eenvoudige plechtigheid door burgemeester Van Zwieten onthuld. Het was toen precies 350 jaar geleden, dat de stad 's-Hertogenbosch capituleerde voor Frederik Hendrik.
Toen Frederik Hendrik op 30 april 1629 het beleg voor de stad, een katholiek bolwerk in die dagen van de Opstand, sloeg, hadden de Bosschenaren het nog niet zo zwaar ingezien. Tenslotte had Maurits het ook diverse malen geprobeerd. De Bosschenaren hadden de omgeving van de stad eenvoudig onder water gezet, hèt verdedigingsmiddel van de onneembaar geachte vesting, die er haar bijnaam „Moerasdraak” aan te danken had. Geen leger kon zo de stad met loopgraven naderen.
In 1629 gebeurde er echter iets aan de overzijde van de Atlantische Oceaan dat verstrekkende gevolgen had voor onze stad: Piet Hein veroverde de zilvervloot. Dit enorme bedrag kwam in handen van de Staten Generaal, die het ter beschikking stelden van Frederik Hendrik. Doordat de prins toen over genoeg financiën beschikte, kon men een gigantisch project ter hand gaan nemen. Behalve door 28-duizend soldaten werd de prins vergezeld door zo'n vierduizend Hollandse boeren.
Bij het gevolg van de prins voegde zich ook Jan Adriaansz. Leeghwater, beroemd geworden om zijn inpolderingen in Holland. Deze was de ontwerper van een gigantisch plan, dat het belangrijkste verdedigingsmiddel van de stad moest uitschakelen. De Hollandse boeren begonnen te graven en zand op te werpen. Er kwam een dijk van circa 40 kilometer rond de stad te liggen. De riviertjes Aa en Dommel werden ingedamd en buiten deze dijk omgeleid, zodat het water het leger van de prins verdedigde tegen een eventueel ontzettingsleger.
Op het laagste punt binnen dit bedijkte gebied, de Dieze bij Engelen, werden 23 watermolens gebouwd om het nog aanwezige water rond de stad weg te malen. Toen het land drooggemalen was, werd het mogelijk de stad met loopgraven te naderen. Het ontzettingsleger onder aanvoering van Hendrik van den Bergh kon niets uitrichten. Op 18 juli viel fort Isabella in handen van de Staatse troepen. Daags daarop ging ook fort Anthonie verloren voor de Bosschenaren. Diezelfde dag vertrok Hendrik van den Bergh met zijn troepen. De loopgraven naderden de stad. Tenslotte werd de stadsgracht door middel van een galerij overgestoken.
In de vroege morgen van 11 september 1629 werd een bres geslagen in bastion Vught, vlakbij het punt waar zich nu de gedenksteen bevindt. Op 14 september werd het capitulatieverdrag getekend. De katholieke eredienst werd verboden en alle mannelijke kloosterlingen en de priesters moesten de stad verlaten. 's-Hertogenbosch, en daarmee de Meierij, maakte niet langer deel uit van het oude hertogdom Brabant en behoorde definitief tot de Noordelijke Nederlanden.
Het monumentje op bastion Vught gedenkt zo aan een zeer belangrijke historische gebeurtenis die van doorslaggevende betekenis was voor de verdere geschiedenis van onze stad en provincie.
|
1983 |
Henny MolhuysenOe gotte kèk daor : Gedenksteen inname stadBrabants Dagblad donderdag 15 september 1983 (foto) |