afb.
Als men bij het doornemen van oude boeken of geschriften de eigen familinaam tegenkomt, houdt dit meestal in dat deze persoon wat extra aandacht krijgt. Zo kwam ik Philip Willem Molhuysen (geb. 's-Hertogenbosch 1764) tegen. Na de komst van de Fransen in 1794 veranderde het een en ander in ambtelijk 's-Hertogenbosch. In 1798 werden zelfs alle ambtenaren ontslagen! Pieter Dirck Santvoort was commiesvan het stadspostkantoor. De postvoorziening was een stedelijke aangelegenheid, waarbij afspraken waren over de bodediensten naar elders. Sandvoort werd ontslagen en opgevolgd door Louis Desta. Dit hield tevens een verplaatsing van het postkantoor in. Sntvoort woonde in de Verwersstraat, terwijl Desta tijdelijk kantoor hield aan de Markt en later in zijn huis in de St.-Jorisstraat. Desta overleed en zijn weduwe nam tijdelijk de functie waar. Als een assistent werkte P.W. Molhuysen op het stadspostkantoor.
Het stadsbestuur benoemde echter P.D. Santvoort weer tot commies. De weduwe ging daar niet mee akkoord en dat leidde tot grote spanningen. Santvoort werd toch de nieuwe commies en stedelijke functionarissen werden bij de stadspoort neergezet om bodes op deze nieuwe situatie te wijzen.
De weduwe Desta bleef niet passief. Zij stuurde haar assistent Molhuysen de stad uit, om de bodes op te vangen vóór ze bij de poort aankwamen. De bodes luisterden naar hem en reden via een andere poort de stad binnen en meldden zich vervolgens bij het (oude) kantoor van Desta. Santvoort heeft dit onderzocht, de bode ondervraagd en het resultaat ervan aan het stadsbestuur gezonden.
Uit de antwoorden van de bode op de gestelde vragen: „Molhusen is alleen de oorzaak van alles. Toen hy my zag, wenkte hy my en zey: 'Ge moet my eene vriendschap doen. Rydt de Hinthamer-Poort niet binnen.' En hy zin my, wat weg ik moest neemen. 'En als ge aan de Orte-Poort komt en de wagt u aanhield, en vroeg waar ge vandaan komt en wie gy zyt, dan zeg maar: daar hedde niet mee te doen. Ik ben een Post en ryd maar deur'.” De bode heeft dan toch in de gaten gekregen dat hij brieven naar een verkeerd adres heeft gebracht en besluit zijn relaas: „Dit is nu de zuivere waarheid en het spiet mi, dat ik zo misleid ben en bedrogen door dieje Molhusen. Die zal nouw d'oorzaak ztyn, dat ik myn brood kwyt raak en dan is hy er alleen de schuld van. Ik kan het niet gebiteren, ik ben misleid en bedrogen moet ik zeggen.”
Santvoort bleef de 'directeur' van het stadspostkantoor en was enige jaren later betrokken bij de overgang van het stedelijke naar de landelijke postdienst in 1806.
|
1982 |
A.W.P. ArtsHet brievenpostwezen te 's-Hertogenbosch (ontstaan en ontwikkeling 1399-1806)'s-Hertogenbossche Filatelisten Vereniging | 's-Hertogenbosch 1982 |
H.F.J.M. van den Eerenbeemt, Geschiedenis van Noord-Brabant (1996-1997) I. 155