afb.
De afgelopen winter en ook vorig jaar in de zomer en de herfst hebben we nogal veel water gezien. Regenwater. De grondwaterstand is hierdoor erg hoog. Voor sommige gebieden in ons land levert dat problemen op. Voor Bosschenaren heeft dat niet zoveel gevolgen, behalve misschien voor ons humeur. Dat was vroeger wel anders. Iedere winter liep de gehele omgeving van de stad onder water. Als een reusachtig eiland lag 's-Hertogenbosch temidden van het water of - bij een strenge winter - temidden van het ijs. Slechts via enkele hoger gelegen wegen was de stad bereikbaar. Boten voeren naar Den Dungen, Vlijmen en andere gemeenten. 's-Hertogenbosch bleef bijna altijd droog. De hekels werden gesloten en tevens de sluisdeuren onder de Boombrug. Er kon geen water meer in en geen water meer bij. De Bosschenaren moesten gedurende die moeilijke tijd in een weinig benijdenswaardige omstandigheid leven. Zij loosden immers op de Binnendieze, maar die kon zijn water niet kwijt. En waar moesten zij hun drinkwater vandaan halen? De pompen leverden niet altijd schoon drinkwater op. Als het water erg hoog kwam, konden zelfs de hekels en sluisdeuren het water niet meer keren en liep de gehele stad onder water. De Markt en de Parade - de hoogste plekken in de stad - bleven meestal gespaard. maar verder had iedereen er mee te maken. Alle Bosschenaren ontruimden de begane grond en brachten hun huisraad naar een bovenverdieping. Boten voeren door de straten en op allerlei wijzen trachtte men met droge voeten zich naar elders te begeven. Gezeten op karren lukte dat ook wel. Tal van inwoners moesten zich met hoge lieslaarzen door het water begeven. Anderen probeerden het met stelten. Als de ongelukkige dan viel, konden de omstanders zich plezieren met leedvermaak. Inventief was ook de heer Smits, de rector van het gymnasium. Die liet zich elke ochtend van huis halen door de conciërge. Hij ging dan achterop hem zitten en zo bracht de conciërge zijn meerdere naar school en 's middags naar huis terug. Grote watersnoden waren er in de vorige eeuw in 1861, 1871, 1876 en vooral in 1880. Deze laatste ramp was er de oorzaak van dat het gemeentebestuur zich actief voor de bestrijding ervan ging inzetten. Langzamerhand kwamen de verbeteringen. De Maas en de Waal werden gescheiden, de afvoer van het Maaswater werd verbeterd en van 1905 tot 1910 werd het Drongelens Kanaal gegraven. Toen kon het water van Maas, Dommel en Aa ongehinderd naar de Noordzee stromen en bleef 's-Hertogenbosch voorgoed bevrijd van 'de waterwolf'. |
Het is moeilijk om je zelf voor te stellen, hoe 's-Hertogenbosch er zo'n acht eeuwen geleden uitzag. Kleine houten huizen, een stenen romaanse kerk, de Sint-Jan buiten de stadsmuren. Wat we eigenlijk niet beseffen, is hoe hoog of hoe laag de stad gelegen was. Het is niet zo, dat de oer-Bosschenaren uit 1200 op dezelfde Marktstenen lopen als wij. De vloer van de huidige Sint-Jan is niet meer dezelfde als die van zevenhonderd jaar geleden. Toen was het heel anders. De stad 's-Hertogenbosch, met zijn houten huizen was in het begin van de dertiende eeuw al omringd door een stenen vestingmuur, met vijf poorten, drie landpoorten en twee waterpoorten. Al spoedig groeide de nieuwe stad dusdanig, dat uitbreiding zich aandiende. De Sint-Jan werd dan ook in eerste instantie buiten de eigenlijke, veilige muren gebouwd.
Maar rampen bedreigden de stad. Niet een menselijke vijand, die werd door de ommuring tegengehouden. Het water was erger. De stad maakte regelmatig kennis met waternood. Het gevolg was dat met schepen zand werd gehaald uit Vught, uit Deuteren en uit Orthen om de Bossche bodem op te hogen. Ook later, in de zestiende eeuw, werd er regelmatig zand de stad binnengebracht om de vestingmuren aan de binnenzijde te verstevigen. Dat gebeurde blijkbaar op een dusdanige wijze, dat het stadsbestuur besloot er paal en perk aan te stellen. In 1589 werd het verboden zand de stad binnen te brengen op een boete van 'twee Carolusgulden van elke carre'.
Het gevolg van al deze ophogingen was, dat de stad enkele meters hoger kwam te liggen dan ze omstreeks 1200 lag. Toen onze stadsarcheoloog Hans Janssen zijn onderzoek naar de oudste bewoners op de Markt verrichtte, moest hij twee-en-een-halve meter graven, alvorens hij de bodem van 1185 bereikt had.
Deze metershoge ophoging van de stad is er de oorzaak van dat de middeleeuwse stadsmuren nog steeds onze historische binnenstad omvatten. De voorwerken zijn verdwenen, evenals de stadspoorten. Ook de muren mochten weg, maar als dat gebeurde, zou de Bossche grond wegzakken over het omliggende platteland!
Dit hoogteverschil van acht eeuwen stadsgeschiedenis is nog het duidelijkst te zien aan de zuidzijde van onze stad. Het Bossche Broek heeft er nog ongeveer dezelfde hoogte als acht eeuwen geleden. De stadsmuur, eens een vrijstaande muur die aan beide zijden even hoog omhoog kwam, is aan de stadszijde geheel opgevuld met aarde. Deze aarde werd eens weggehaald van de zandgronden uit de omgeving door ijverige Bosschenaren, bevreesd voor wateroverlast.
|
Bij de Binnendieze, tegen de zijgevel van het pand 'De Blaasbalg' bevond zich een peilschaal, waarop de hoogte van het water te lezen was. Tevens kon men erop afzien tot hoe hoog het water bij overstromingen gekomen was. In 1757 bijvoorbeeld stond het water in de Kruisstraat ongeveer één meter hoog. In 1880 was de overstroming 50 cm hoog. De peilschaal (met de oude aanduiding AP, Amsterdams Peil) werd als een soort administratie gebruikt: bij ieder hoog water werd een jaartal en de waterhoogte ingebeiteld. Het oudste jaartal is 1658, het jongste 1880. Het hoge water in de wintermaanden zorgde regelmatig voor een overstroming van de stad. Dijkbreuken zorgden er in de winter van 1879-1880 voor dat de stad tweemaal geheel onder water liep. De begane grond van ieder Bosch' huis onbewoonbaar en men verhuisde naar de eerste verdieping. De bakkers en slagers kwamen met bootjes en vlotten langs de deur. Het rioolvuil dreef door de straten en de drinkwaterputten raakten besmet. Geen wonder dat talloze zieken een beroep op het groot ziekengasthuis moesten doen. Op karren reed men naar de kerk en er werden geen markten meer gehouden. Veel inwoners uit omliggende dorpen waren naar de stad gevlucht. Het dagelijks leven was voor iedereen totaal ontregeld.
Wekenlang was het scheepsverkeer gestremd. Het hoge water verhinderde het varen van boten onder bijvoorbeeld de spoorbrug. De Kamer van Koophandel, die sprak over een 'waterramp', steunde dan ook de watervrijmaking van 's-Hertogenbosch. „De stad kan zich alleen ontwikkelen in eene bloeiende en welvarende omgeving.” En de Kamer richtte zich dan ook tegen zowel 'de Hooge Regering' in Den Haag als tegen het gemeentebestuur: „Men sla de hand aan het werk! De gemeente 's-Hertogenbosch make zich zelf watervrij!”
Het stadsbestuur had in de negentiende eeuw al vele malen - tevergeefs - in Den Haag gepleit voor een oplossing. De waterhuishouding in de omgeving van de stad zou drastisch aangepakt moeten worden! De polders zorgden voor een eigen bemaling, maar het waren vooral de hoge waterstanden van de rivieren die voor de hevige overlast zorgden. Echter, Den Haag bleef doof voor de Bossche smeekbeden.
Op 14 mei 1880 besloot de gemeenteraad voor honderdvijftigduizend gulden een stoomgemaal te bouwen aan de Zuidwal. Door de toegangen in de stadsmuren te sluiten door middel van hekels (bij o.a. de Zuidwal, Spinhuiswal, Boombrug) zou men het water uit 'de polder 's-Hertogenbosch' kunnen pompen en zou de stad van overstromingen bevrijd zijn. Zo gebeurde het. De stad bleef voortaan watervrij; wèl kon het nog tot in het begin van de 20e eeuw gebeuren dat de gehele omgeving buiten de wallen geheel blank kwam te staan.
|
1988 |
Henny MolhuysenVerhalen en legenden : OverstromingenBrabants Dagblad donderdag 17 maart 1988 (foto) |
|
1988 |
Henny MolhuysenVerhalen en legenden : De stad opgehoogdBrabants Dagblad donderdag 6 oktober 1988 |
|
1991 |
Henny MolhuysenVerhalen en legenden : Hoog waterBrabants Dagblad donderdag 31 januari 1991 |
|
2009 |
RedactieHerinneringen aan het hoogwater van '95?Brabants Dagblad donderdag 10 december 2009 |
|
2011 |
Water staat nog maar aan de 'teen' van de dijkNee, zenuwachtig van de huidige waterstand rond Den Bosch zijn ze niet bij het waterschap. Er zijn nog genoeg uitlaatkleppen.
Tilly van Uffelen | Brabants Dagblad donderdag 13 januari 2011
|
|
2011 |
Bossche Broek nog droog, kelders nietEven leek het erop dat het Bossche Broek onder water gezet moest worden. Gisterenochtend was de druk toch van de ketel.
Tilly van Uffelen en Robèrt van Lith | Brabants Dagblad zaterdag 15 januari 2011
|
|
2012 |
RedactieGemeente neemt maatregelen na waterstijging Dommel, Aa en DiezeBrabants Dagblad vrijdag 6 januari 2012 |
|
2015 |
53 miljoen voor 'droog' Den BoschVoorkomen dat Dommel en Aa Den Bosch overspoelen, kost zeker 53 miljoen euro.
Frans van Halder | Brabants Dagblad zaterdag 25 april 2015 | 26-27
|
|
2015 |
Francien van den HeuvelHulpverlening bij hoog water in 1740.
Bossche Kringen 3 (2015) 17-21
|
|
2018 |
Francien van den HeuvelBijna 1900 evacués uit de Bommelerwaard opgevangen in 's-Hertogenbosch na de watersnood van 1861
Bossche Kringen 2 (2018) 56-59
|
|
2018 |
Francien van den HeuvelLokale en koninklijke waardering voor hulpverleners bij watersnoden
Bossche Kringen 6 (2018) 33-36
|
|
2021 |
Jan BuitinkDe mannen op de Loeffsebrug
Bossche Kringen 1 (2021) 6-7
|
|
2021 |
Francien van den HeuvelHoog water in zomerperiode 2021 niet uniekBossche Kringen 4 (2021) 18-22 |
|
2021 |
Adriaan Duiveman en Sharon BakkerRampspoed en hoop in de watersnood van 1757inbrabant 4 (2021) 18-23 |
1994 |
Henk BruggemanHoogwater in 's-HertogenboschKring Vrienden van 's-Hertogenbosch | 's-Hertogenbosch 10 september 1994 |
1529 |
Kapittel 88. Herstel van dijken en bruggen, door het hooge water beschadigd of weggespoeld. Bron: Stads Rekeningen van het jaar 1529-1530. Deel 1, blz 463 |
|
1529 |
Kapittel 92. Herstel van dijken, sluizen en wegen, te Hintham, Vucht en Orthen, alsmede in en buiten de stad 's Hertogenbosch door het hooge water beschadigd. Bron: Stads Rekeningen van het jaar 1529-1530. Deel 1, blz 463 |
|
1570 |
Kapittel 16. • Den dijk te Vucht, tusschen het Kruis en den Hamer, op last van Stads-Regering, tot ontlasting van het hooge water, doorgestoken. Overstooming der straten in de Stad. • De wachten van de burgerij en de Spanjaards op karren door het water vervoerd, tijdens de straten van 11 tot 16 Februarij door het water overstroomd waren. Bron: Stads Rekeningen van het jaar 1570-1571. Deel 2, blz 847 |
|
1572 |
Kapittel 15. Hoogen waterstand. Het volk wordt met schuiten door de straten gevoerd. Bron: Stads Rekeningen van het jaar 1572-1573. Deel 2, blz 877 |
|
1584 |
Kapittel 16. Hoog water in 1584. Bron: Stads Rekeningen van het jaar 1584-1585. Deel 2, blz 1056 |
|
1594 |
Kapittel 15. De Regering van 's Hertogenbosch, zendt de armen aan den Maaskant, in nood door overstrooming, brood bier en haring. Bron: Stads Rekeningen van het jaar 1594-1595. Deel 2, blz 1104 |
|
1610 |
Kapittel 13. De soldaten, schrijvers, schotbalkbewaarders en burgers, bij hoog water met schuiten naar en van de wachten gebracht. Bron: Stads Rekeningen van het jaar 1610-1611. Deel 2, blz 1197..1198 |
|
1610 |
Kapittel 20. Commissie om de overstroomde landerijen wederom in den vorigen staat te brengen. Bron: Stads Rekeningen van het jaar 1610-1611. Deel 2, blz 1200 |
|
1612 |
Kapittel 17. • De regering koopt kaas voor de opgezetenen aan den Maaskant, door het hoog water in nood. • De armen, zoowel der Stad als die van Alem, Maren en Kessel, tijdens het hoog water met brood bedeeld. Bron: Stads Rekeningen van het jaar 1612-1613. Deel 2, blz 1210 |
|
1614 |
Kapittel 18. • Hoog water te 's Hertogenbosch. • Haring tot spijzing van armen aan den Maaskant tijdens het hooge water. Bron: Stads Rekeningen van het jaar 1614-1615. Deel 2, blz 1220 |
|
1616 |
Kapittel 20. Commissie om tijdens het hooge water de Landerijen te Empel, Orthen en aan den Maaskant voor overstrooming te behouden. Bron: Stads Rekeningen van het jaar 1616-1617. Deel 2, blz 1236 |
|
1634 |
Kapittel 36. De regering zend brood en kaas aan den armen aan de Maaskant, ter gelegenheid van het hoogwater. Bron: Stads Rekeningen van het jaar 1634-1635. Deel 2, blz 1394 |
|
1642 |
Kapittel 29. De armen te Gewanden, Alem, Maren Kessel en Lithoijen, tijdens het hooge water door de Stad van levensmiddelen voorzien. Bron: Stads Rekeningen van het jaar 1642-1643. Deel 2, blz 1428 |
Ph. Lach de Bère, 'Hoog water om Den Bosch in 1651' in: Taxandria (1914) 287
A. van Sasse van Ysselt, 'De overstrooming van 's-Hertogenbosch in 1757' in: Taxandria (1927) 96-111
A. van Sasse van Ysselt, 'Hoogwater om Den Bosch' in: Taxandria (1915) 64
Ch. C.V. Verreyt, 'De kerstdagen van 1740 te 's-Hertogenbosch' in: Taxandria (1902) 18-22