Tony Zeeuwe, september 2004
Kardinaal van Rossumpleinafmetingen: 120 x 85 x 275 cm (sokkel 155 x 155 x 240 cm)materiaal: brons op bakstenen sokkel datering: 1934 vervaardigd door: August Falise Het traditionele academische standbeeld is gedateerd '1934' en gesigneerd met 'August Falise'. De kardinaal is afgebeeld met de kardinaalshoed in de hand. Kardinaal van Rossum stierf op 13 augustus 1932. Hij was lid van de Congregatie van Redemptoristen in de Sint Josephstraat. Voor hem is ingevolge een idee van de gemeenteraad een bronzen standbeeld opgericht, ter gelegenheid van de zesde Katholieke Dag gehouden in 's-Hertogenbosch en mede om de Redemptoristen te eren voor het vele werk dat zij in 's-Hertogenbosch deden. | 43 |
Voor den tweeden dag van het congres bestond groote belangstelling. De spoorwegen zorgden voor een vlot vervoer en vóór tien uur voerden treinen en autobussen uit alle deelen van het land duizenden bezoekers naar Den Bosch. Van het Stationsplein af werden afzonderlijke groepen van jeugdvereenigingen, arbeiders, boeren, middenstanders, werkgevers, vrouwen en van de godsdienstige vereenigingen der Derde Orde, Maria Congregatie en H. Familie door verkenners naar de Parade geleid, waar om half elf mgr A.F. Diepen, Bisschop van 's-Hertogenbosch, in de open lucht een pontificale H. Mis opdroeg. De Gregoriaansche gezangen werden afwisselend met den zang der kerkkoren van de stad, onder begeleiding van de Kon. Harmonie 's-Hertogenbosch door alle congressisten gezongen. Na de H. Mis werd op het plein een openluchtvergadering gehouden, waarbij de Nederlandsche bisschoppen en vele kerkelijke en wereldlijke autoriteiten tegenwoordig waren. Rector Th. van Galen, centraal praeses der St. Jozefsgezellenvereenigingen hield een toespraak over het onderwerp van den Katholiekendag, waarna mgr J. Jansen, Aartsbisschop van Utrecht, de menigte toesprak.
In het Concertgebouw ving om half twee de slotvergadering aan, waarin prof. H.A. Kaag, hoogleeraar aan de R. K. Handelshoogeschool, een rede hield over het gezag in bedrijf en onderneming. Hij behandelde achtereenvolgens karakter en doel van het gezag in de onderneming en den oorsprong van dit gezag bij loon- en maatschapscontract, waarna spr. de verhouding tusschen dit gezag en medezeggenschap beschouwde. Tenslotte besprak hij het gezag in het bedrijfsschap én de taak van de staatsoverheid in betrekking tot ordening en coördinatie van het bedrijfsleven. Baron van Wijnbergen sprak het slotwoord, nadat mgr Diepen de vergadering had toegesproken.
Tijdens de vergadering werd aan de Zuidzijde der stad een groote demonstratiestoet opgesteld, verzorgd door Herman Moerkerk. De optocht, ingedeeld volgens de groepen der congresdeelnemers, voerde de wapens der bisschoppen en vele vaandels en vlaggen mee, welke samen aan elke groep voorafgingen. Door het meetrekken van de leden der jeugdverenigingen in uniform, van vele muziekcorpsen, landelijke ruiters en gilden, was het een levendige stoet. Door de stad trok men naar het Kardinaai van Rossumplein. waar na een rede van burgemeester van Lanschot, die het plan had opgevat om wijlen Kardinaal van Rossum met een standbeeld te eeren, tevens om daardoor een blik van waardeering te geven voor het vele goede, dat de Paters Redemptoristen aan de stad hadden geschonken en om de herinnering levendig te houden, dat Z.Em. in het Bossche Redemptoristen klooster zijn religieuse opleiding had ontvangen, het bronzen standbeeld, vervaardigd door August Falise, werd onthuld. De Pauselijke internuntius, mgr. L. Schioppa, de Nederlandsche Bisschoppen en vele wereldlijke en kerkelijke gezagdragers waren bij de onthulling tegenwoordig. Op dat oogenblik naderde de stoet, die vervolgens langs de autoriteiten défileerde. Hiermee was de Katholiekendag geëindigd.
Besloten werd aan den Paus en de Koningin telegrammen van trouw en eerbied te zenden.
| 9 |
Toen in 1931 de Veemarkt verhuisde van het huidige Kardinaal Van Rossumplein naar de nieuwe veemarkthallen op West, moest de oude veemarkt een nieuwe naam krijgen. Vlakbij, in de St. Jozefstraat, staat het voormalige Redemptoristenklooster. Toen burgemeester Van Lanschot na de kerkelijke plechtigheid ter gelegenheid van het tweede eeuwfeest van de congregatie op de thee werd genodigd, vroeg men hem of het niet mogelijk was het plein voortaan St.-Jozefpleinte noemen. Hij wees dat af omdat „er al een St.-Jozefstraat was, een St.-Jozefkerk, en een magazijn St. Jozef”. De burgemeester voelde wel wat voor een St. Alfonsusplein, naar de stichter van de orde. Wethouder Krijgsman voelde meer voor Kardinaal Van Rossumplein, die lid van deze congregatie was geweest, bovendien Nederlander was, en tenslotte zijn novicentijd in het Bossche klooster had doorgebracht. Daar deed hij ook zijn eeuwige geloften op 16 juni 1874. Toen was hij nog frater. Hij werd op 17 oktober 1879 tot priester gewijd. Hij hoopte toen dat hij naar de missie zou worden gestuurd, maar dat ideaal van Van Rossum zou nooit verwezenlijkt worden.
Toch zou bij hem een grote verantwoordelijkheid juist ten opzichte van de missie komen te liggen. Op 13 maart 1918 werd hij namelijk te Rome benoemd tot Kardinaal Prefect van de Propaganda Fide, waaraan de hele wereld als missiegebied werd toevertrouwd. Het missiewerk had ernstig te lijden gehad van de Eerste Wereldoorlog. Kardinaal Van Rossum kreeg de taak het geheel opnieuw te organiseren. Hierbij had onder andere de vorming van de inheemse clerus zijn grote aandacht. Bij bezoeken aan Nederland bezocht hij steeds het Bossche klooster. Willem Marinus kardinaal Van Rossum stierf op 30 augustus 1932.
Het plan om de oude Veemarkt om te dopen in Kardinaal Van Rossumplein werd door de gemeenteraad aanvaard. Tevens ontstond het idee om een standbeeld op te richten op het naar hem genoemde plein; mede om de Redemptoristen te eren voor het vele werk dat zij te 's-Hertogenbosch verrichtten.
De beeldhouwer August Falise ontwierp het in brons gegoten beeld. Van Rossum houdt zijn kardinaalshoed in de hand, omdat volgens de kunstenaar een hoed op het hoofd een ongunstige schaduwwerking op het gezicht te zien zou geven. De onthulling vond plaats op 24 juni 1934 door de aartsbisschop van Utrecht, mgr. J.H.G. Jansen, bij gelegenheid van de zesde katholiekendag die in Den Bosch werd gehouden.
Het standbeeld staat nog steeds op het Kardinaal Van Rossumplein, maar van de omgeving is weinig overgebleven. Moesten in vroeger jaren de gebouwen aan zijn linkerhand wijken voor de uitbereidingen van het Groot Ziekengasthuis, dit jaar werd achter zijn rug de voormalige Bisschoppelijke Kweekschool gesloopt. Zijn gezicht was al die jaren gericht op de in de verte gelegen Muntelkerk, toegewijd aan de H. Antonius van Padua, die ook in de afgelopen maanden werd gesloopt. De toekomst van het kloostergebouw met de bijhorende St.-Jozefkerk, waar Van Rossum zijn novicentijd doorbracht en menigmaal verbleef, is na de verschillende branden onzeker.
|