Jos van Bruggen, 6 juli 2005
Op het terrein van de Koning Willem I-kazerne aan de Vlijmenseweg staat het Korea-monument. Dat niet zo erg toegankelijke monument werd vijftien jaar geleden, voorjaar 1969, naar Den Bosch overgebracht vanuit Oirschot. Daar was het in 1959 geplaatst. Ontwerper was de beeldhouwer P. Roovers. Het monument bestaat uit een zuil op een sokkel, waarin een urn is opgenomen met aarde van het ereveld Pusan (Korea). Dit verplaatsen van het monument had te maken met de overplaatsing in 1968 van het 48ste pantser infanterie bataljon van Nunspeet naar de Bossche kazerne. Hoewel dit bataljon pas op 1 augustus 1966 werd opgericht, maakte het deel uit van een ouder regiment: het Regiment Van Heutsz. De commandant van het 48ste pantser infanterie bataljon is tevens commandant van dit regiment.
Bij het in 1950 opgerichte regiment Van Heutsz, dat de tradities van het voormalige Koninklijk Nederlands-Indische Leger (KNIL) moest overnemen en voortzetten, werden de militairen ingedeeld voor het Nederlandse VN-detachement, dat van 1950 tot 1954 in Korea vocht. Bij afloop van de Tweede wereldoorlog werd Korea bevrijd van de Japanse overheersing. In 1948 ontstonden twee onafhankelijke staten op het Koreaanse schiereiland: Noord-Korea, onder de Russische invloedsfeer, en Zuid-Korea onder de Amerikaanse. Op 25 juni 1950 vielen Noordkoreaanse troepen het zuiden binnen. De vergaderingen van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties werden op dat moment geboycot door de Sovjet Unie. Daarom kon de Veiligheidsraad nog op dezelfde dag, niet gehinderd door het veto-recht van de Sovjet Unie, een resolutie aannemen, waarbij de leden gevraagd werden steun te verlenen aan Zuid-Korea.
Er werd een VN-strijdkracht gevormd, die tot 11 april 1951 onder bevel stond van de Amerika leverde ook het grootste deel van dit VN-leger. Nederland zond ook troepen: het regiment Van Heutsz. Velen sneuvelden. Ter nagedachtenis aan hen werd het monument opgericht. Het draagt het opschrift: 'Gedenk hen die vielen bij de strijd voor een vrije wereld'.
Het 48ste pantser infanterie bataljon van het regiment Van Heutsz kwam in 1968 naar Den Bosch. Reeds in de eerste week dat het bataljon in onze stad gevestigd was, maakte de Bosschenaren er kennis mee. Op zaterdag 13 januari stortte de gevel van de Sint-Lucaskerk in. Een twaalfjarige jongen werd gedood. Zijn moeder werd ernstig gewond. Omdat geruchten gingen, dat meer slachtoffers onder het puin lagen, werd naast de Bossche brandweer en vele vrijwilligers ook de hulp van het bataljon ingeroepen. Met ongeveer honderd manschappen en zwaar materieel werden de grote stukken puin geruimd. Er waren gelukkig niet méér slachtoffers te betreuren. De maandag erop - dezelfde ochtend had een takelwagen van het bataljon nog een in de Stationstumnnel klemgereden vrachtwagen los getrokken - presenteerde het bataljon zich aan het Bossche publiek in een défilé.
Het bataljon is voorts tot 1983 elk jaar actief geweest bij Indoor Brabant, bij het opbouwen, afbreken en tussentijds herstellen van de hindernissen bij het concours. Dat gebeurde onder leiding van sergeant-majoor (later adjudant) J. van Ee.
Ieder jaar wordt in oktober bij het Korea-monument een reünie gehouden van de voormalige leden van het VN-detachement. Zij herdenken daarbij de 120 gesneuvelde militairen. Dertig jaar geleden stierven zij . In het museum van het regiment, dat zich in een van de kazerne-gebouwen bevindt, wordt de herinnering aan het KNIL (1816-1954) en het Nederlandse detachement van de Verenigde Naties (1950-1954) levendig gehouden. Op afspraak is dit museum gratis toegankelijk.
|
1984 |
Henny MolhuysenOe gotte kèk daor : Korea-monumentBrabants Dagblad donderdag 26 april 1984 (foto) |