A.F.A.M. Wetzer, 4 september 2004
Hoek Brede Haven / Visstraatafmetingen: 70 x 50 x 125 cmmateriaal: brons op een hardstenen sokkel datering: 1974 vervaardigd door: Zr. Jesualda Kwanten (gesigneerd op voet) Twee vereenvoudigde menselijke figuren, een man en een vrouw die een gesprek voeren. Het zijn volkstypes met karikaturale koppen. Het is een herinnering 'Aan Henk Teulings, unne Bosschenaar', zoals op de sokkel staat vermeld. Henk Teulings schreef vijftien jaar lang stukjes in 'De Bossche Omroep' en nam daarbij het stadsgebeuren met humor op de korrel. De oprichting van dit monumentje was een particulier initiatief, doch na de onthulling werd het beeld overgedragen aan het gemeentebestuur. | 84 |
Verplaatsing beeldje Janus en Bet naar de Visstraat (1985) |
In de nabijheid van De Moriaan, waar Hoge Steenweg en Markt samenkomen, staat een beeldje dat duidelijk een pratende man en vrouw voorstelt. Op de sokkel staat te lezen: „Aan Henk Teulings, unne Bosschenaar”. En Bosschenaar wàs Henk Teulings, in hart en nieren. Hij schijnt ooit gezegd te hebben: „Ge kunt unne Bosschenaar buite de stad nog zo'n goeie baan geve en nog zo'n goei leve... diep in zijn hart zal ie altijd nor den Bosch blijve hunkere.”
Deze liefde voor 's-Hertogenbosch kwam ook tot uiting in de stukjes die hij, ongeveer vijftien jaar lang, iedere week in De Bossche Omroep schreef: Ut gebèt van Janus en Bet (Hij bedoelde niet bidden, maar het ouwebetten). Het was echter geen kritiekloze liefde, want door middel van de figuren Janus en Bet kon hij het stadsgebeuren flink op de korrel nemen, echter altijd wel met een gevoel voor humor. Janus en Bet spraken geen algemeen beschaafd Nederlands, maar het zogenaamde middenstands-Bossche-dialekt, dat door Henk Teulings op deze manier is vastgelegd.
Henk Teulings, die van 1947 tot en met 1966 Peer van den Muggenheuvel, burgemeester van Oeteldonk, is geweest, stierf in september 1982.
Al vrij spoedig na zijn dood besloot een comité onder voorzitterschap van Gé Rovers pogingen te doen om een monumentje op te richten, om de herinnering aan Henk Teulings levend te houden. De beeldhouwster zuster Jesualda Kwanten uit Tilburg werd benaderd om een ontwerp te maken . Enige tijd daarvoor had zij in opdracht van de carnavalsvereniging De Oetels een oetel gemaakt voor het Provinciehuis. Als onderwerp voor het monumentje nam zij de twee figuren waar Teulings zo bekend door is geworden: Janus en Bet. Op 22 maart 1974 werd het beeldje onthuld in aanwezigheid ondermeer van mevrouw Teulings en andere familieleden. Daarna werd het overgedragen aan het Bossche gemeentebestuur.
Zo staan ze er nog steeds. Janus en Bet, de hand in de zij, te ouwebetten over de gebeurtenissen in de stad en soms terugblikkend op het verleden; op de plaats waar vroeger toen De Pijp De Pijp nog was, talloze Bosschenaren samenkwamen om het nieuws van de dag te bespreken.
|
Het beeldje Janus en Bet, tegenover de Moriaan, houdt de gedachtenis levend aan Henk Teulings. Deze rasechte Bosschenaar schreef iedere week in het Bossche dialekt een artikeltje waarin twee personen, Janus en Bet, aan het ouwebetten waren, en zo het Bossche leven vanuit hum standpunt bekeken. Zuster Jesualda Kwanten (1974). |
1983 |
Henny MolhuysenOe gotte kèk daor : Janus en BetBrabants Dagblad vrijdag 24 juni 1983 (foto) |
|
1994 |
Jack SnackersJanus en BetEen nar in beeldenrijk Den Bosch (1994) 14-15 |
|
1999 |
RedactieJanus en BetKringNieuws 6 (1999) 6-7 |
Aart Vos, 's-Hertogenbosch : De geschiedenis van een Brabantse stad 1629-1990 (1997) 416