Sint Christoffel

De reus Reprobanus, vermoedelijk levend in de vierde of vijfde eeuw, had zich tot het christendom bekeerd. Na vele folteringen zou hij later als martelaar ter dood worden veroordeeld. De legende over Christoffel is ontstaan in de twaalfde eeuw, in het Donaugebied. De reus Reprobanus zou zich in dienst willen stellen van de machtige heerser ter wereld: een koning. De koning was echter bang voor de duivel, zodat Reprobanus daar zijn heil zocht. De duivel echter vreesde Christus. En naar hem gaat de reus dan vervolgens op zoek.

Een kluizenaar zegt hem, dat hij Christus leert kennen door hem te dienen, bijvoorbeeld door reizigers over een moeilijk doorwaadbare rivier te zetten. Dat gebeurt. Op een nacht verschijnt Christus in de gedaante van een kind dat overgezet wil worden. De licht lijkende last drukt Christoffel (= Christus-drager) steeds zwaarder op zijn schouders: Hij draagt immers Christus, die op zijn beurt de last van de hele wereld draagt.

Aan deze gebeurtenis dankt de patroon van de reizigers, veerlieden, automobilisten en handelsreizigers zijn (nieuwe) naam: Christoffel. De Christoffel-legende was bekend bij iedere middel-eeuwer. Ook onze eigen Jeroen Bosch heeft hem geschilderd. Ook nu nog kent hij vele vereerders. In menige auto zit nog een Christoffelschildje bevestigd. De katholieken kerk heeft echter de viering van Christoffels feestdag (24 juli) niet meer verplicht gesteld.

Het is niet vreemd dat wij in Den Bosch het beeld van Sint Christoffel (foto) vinden bij de Stationstunnel, vlak bij het station, het knooppunt van spoorwegen, waar dagelijks zovelen hun reis beginnen. Het beeld werd op 30 juni 1960 onthuld door burgemeester Loeff, 3˝ meter hoog, is van de hand van prof. V.P.S. Esser (geb. 1914). Andere belangrijke werken van deze beeldhouwer zijn het Troelstra-monument in Den Haag en het Watersnood-monument in het Museum Boymans-Van Beuningen te Rotterdam.