Eerste stadsmuur
De eerste echte stadsmuur is gebouwd in het eerste kwart van de 13de eeuw zoals archeologisch en bouwhistorisch onderzoek de afgelopen jaren heeft duidelijk gemaakt. Met deze vroege datering behoort de eerste stadsmuur van ‘s-Hertogenbosch tot één van de oudste van Nederland.
De stadsmuur omsloot de toenmalige stad die echter niet veel groter was dan de Markt en directe omgeving, een oppervlakte van ongeveer 9 hectare. De muur is gebouwd op poeren en bovengronds is de weergang aangelegd op bogen. De muur bezat drie hoefijzervormige landpoorten, gefinancierd door de Brabantse zustersteden Leuven, Antwerpen en Brussel, die verbinding gaven met de oudere woonkernen Hintham, Vught en Orthen. Via twee waterpoorten, gelegen bij het Herman Moerkerkplein en het Geertruikerkhof, liep de Aa, als economisch belangrijke verkeersader, door de stad en vormde deze tevens de oudste haven, gelegen ten noorden van de Markt.
De muur was gebouwd met zowel tufsteen als baksteen en op diverse plekken is kistwerk als constructief element aangetroffen. De bouw van een stenen muur in de vroegste periode van de stad moet in die tijd voor de bevolking een zeer bijzondere activiteit zijn geweest aangezien steenbouw in die periode vrijwel niet voorkwam. De bouw van de stadsmuur is een enorme impuls geweest voor de lokale en regionale baksteenovens.
De stadsmuur werd omsloten door de stadsgracht, waarbij gebruik werd gemaakt van de aanwezige natuurlijke waterlopen (Dommel en Aa), gedeeltelijk werden er nieuwe grachten gegraven.
Vanaf het midden van de 14e eeuw, het moment dat de tweede stadsmuur voltooid werd heeft de muur geen functie meer en wordt hij als steengroeve gebruikt bij de bouw van nieuwe huizen, of wordt opgenomen in de huizen die tegen de stadsmuur worden aangebouwd. Als zodanig heeft hij een belangrijke rol gespeeld in de verkaveling en daarmee in het stadsbeeld van die oudste kern van 's-Hertogenbosch.
Ogenschijnlijk uit het stadsbeeld verdwenen maakt hij in werkelijkheid nog altijd deel uit van de historische binnenstad. Opvallende gedeelten zijn de waterpoort bij het Herman Moerkerkplein en het bovengrondse restant van één toren van de Leuvense Poort in het winkelpand Hinthamerstraat 12.
Minder opvallend, maar zeker zo indrukwekkend zijn de delen die bij bouwhistorisch en archeologisch onderzoek worden aangetroffen. Als perceelsscheidende muur is de stadsmuur op enkele plaatsen nog tot grote hoogte bewaard gebleven.
Bij diverse opgravingen is de muur aangetroffen met als belangrijkste elementen natuurlijk de drie landpoorten in de Hinthamerstraat, de Vughterstraat en de Orthenstraat. Ten noorden van de Markt is de muur tengevolge van de sanering in de jaren ’60 en ’70 van de 20ste eeuw ernstig verstoord (grotendeels verdwenen). Het maakt duidelijk hoe kwetsbaar de overblijfselen van de muur zijn bij activiteiten die de ondergrond aantasten.
| |