Algemeen

In het archief van de Bossche schepenbank bevinden zich criminele processtukken. Over de periode 1550-1803 is ongeveer 25 meter aan procesdossiers bewaard gebleven. Deze dossiers zijn nader toegankelijk gemaakt via een database genaamd Dataschurk.

Inleiding

Van rechtspraak door de schepenen van 's-Hertogenbosch is al sprake sinds de vroegste tijd. De schepenbank had de bevoegdheid om in zowel civiele als criminele zaken recht te spreken. Daarbij mochten ze in zogenaamde halsmisdrijven lijf- en doodstraffen opleggen. 's-Hertogenbosch was de hoofdstad van de Meierij. De schepenbanken in de Meierij die deze bevoegdheid niet bezaten, verwezen de verdachten naar 's-Hertogenbosch. Maar de zogenaamde 'Hoge Heerlijkheden' mochten zelf halsmisdrijven berechten.

De verdachte kwam in de gevangenpoort terecht - een echte gevangenis was er niet. Daar vonden meestal de verhoren plaats. Op enkele uitzonderingen na bleven de gearresteerden daar alleen in voorarrest. De schepenen spraken recht in de vierschaar in het stadhuis. De straffen varieerden van een lichte geldboete tot verbranding. Een veelvoorkomend vonnis was de verbanning. Deze straf werd in 's-Hertogenbosch waarschijnlijk vaker uitgedeeld dan in steden waar wel een zogenaamd tuchthuis was.

De dossiers vertellen niet alleen veel over misdaad en de zelfkant van de samenleving. Vooral de verhoren gunnen ons een blik in een samenleving die totaal anders was dan de onze. De procesdossiers zijn dan ook een van de meest belangrijke bronnen voor de studie naar de pré-industriële samenleving.

Hierbij moet de onderzoeker zich er van bewust zijn dat in de meeste gevallen de overheid spreekt. Toch komt de onderzoeker veel te weten over beroep en werk, de omgang tussen jong en oud, de structuur in de dorpssamenleving en de elite die oude gebruiken probeert tegen te gaan.

De dossiers variëren van een enkele notitie tot dikke pakketten. Veel gegevens zijn in de loop der jaren verloren gegaan. We zijn blij dat ondanks brand en 'opruimzucht' nog zoveel bewaard is gebleven.

Beschrijving van de database en de velden

De processtukken waren verspreid geraakt over honderden meters archivalia. De stukken zijn eerst gereconstrueerd. Daarna is gekozen voor het in de diepte toegankelijk maken van de informatie. Daarbij hebben wij gekozen voor een database, Dataschurk. Hiervoor hebben wij 37 vragen gesteld aan het materiaal. met deze vragen of 'velden' hebben wij geprobeerd het materiaal zoveel mogelijk tot zijn recht te laten komen. Het spreekt vanzelf dat een dossier waarvan slechts één beschreven blad bewaard is gebleven, minder informatie verschaft dan een dossier dat onder meer verhoren, aanklacht, bevel tot arrestatie en verklaringen van getuigen bevat. Bij elk dossier is er voor iedere verdachte een apart record aangemaakt.

Dr. A. Vos heeft de dossiers doorgenomen en deze database vervaardigd.


Naam veldBeschrijving inhoud
Record:Volgnummer database. Per verdachte is er één record.
Dossiernummer:Inventarisnummer of opbergnummer. Mr. J. Smit heeft rond 1920 een toegang gemaakt op het archief van de schepenbank. Deze nummering is zoveel mogelijk aangehouden. De processtukken waren zeer verspreid opgeborgen. Uit de 'civiele processtukken is zeer veel crimineel materiaal tevoorschijn gekomen. Naar verwachting groeit het bestand nog door regelmatige vondsten.
Nieuw nummer:Dit veld is opengelaten voor een eventuele hernummering.
Jaar:Het genoemde jaar is meestal het jaar waarin het proces gevoerd werd. Wanneer dit niet duidelijk was, is het jaar aangehouden van het misdrijf.
Verdachte:Naam van de verdachte. De naam kan in verschillende spellingsvarianten voorkomen, bijvoorbeeld Hendriks, Henrix, Hendrickx, Henricx, enzovoorts. Meestal is één spellingsvariant opgenomen.
Voornamen:Zie beschrijving veld verdachte
Bijnamen:Bijnamen komen vaak voor, vooral onder bendeleden.
Geboorteplaats:Het komt voor dat de door de verdachte opgegeven en door de justitiedienaar opgeschreven plaats moeilijk te traceren is. Dit geldt vooral voor plaatsen buiten de Republiek.
Woonplaats 1:Niet zelden werden meer woon- of verblijfplaatsen genoemd. Bij meer dan drie vermeldingen staan de volgende genoemde plaatsen in het veld opmerkingen. Voor het overige gelden de opmerkingen als bij het veld geboorteplaats.
Woonplaats 2:Zie woonplaats 1.
Woonplaats 3:Zie woonplaats 1.
Leeftijd:Vaak weet de verdachte zijn/haar leeftijd niet of niet exact.
Geslacht:Geen toelichting.
Beroep 1:Vaak staat niet exact omschreven welk beroep een verdachte uitoefende, wel een omschrijving van verrichte werkzaamheden. Meer beroepen kwamen voor. Bij meer dan drie beroepen staan de overige beroepen in het veld opmerkingen vermeld.
Beroep 2:Zie beroep 1.
Beroep 3:Zie beroep 1.
Cult / Religie:Ook wanneer de justitie een verdachte kwalificeerde als "heijden" wordt dit hier vermeld.
Burgelijke staat:Op deze plaats wordt ook vermeld of de overheid de verdachte beschouwde als 'ongehuwd' met 'bijzit'.
Poorter / burger:Van toepassing voor poorter/burger van 's-Hertogenbosch.
Misdrijf 1:De gearresteerde werd vaak van meerdere misdrijven verdacht. In de volgorde is geen hiërarchie aangebracht. Geprobeerd is zoveel mogelijk 'neutraal' te blijven. Moord en doodslag wordt niet vermeld, wel het neutrale 'doden'. Indien mogelijk wordt hierbij aangegeven hoe er gedood werd: steken, schieten, slaan, enzovoorts.
Misdrijf 2:Zie misdrijf 1.
Misdrijf 3:Zie misdrijf 1.
Misdrijf 4:Zie misdrijf 1.
Plaats misdrijf 1:Vooral aangehouden 'vagebonden' bleken op meerdere plaatsen actief te zijn geweest. Zo werd er vaak 'gantsch Brabant' of 'de Meierije' opgegeven. Zoveel mogelijk is geprobeerd alle vermelde plaatsen van het misdrijf te vermelden.
Plaats misdrijf 2:Zie plaats misdrijf 1.
Plaats misdrijf 3:Zie plaats misdrijf 1.
Slachtoffers:Geen toelichting.
Medeplichtigen:In het dossier staat vaak vermeld dat er medeplichtigen waren. Het is niet altijd eenvoudig gebleken hiervan melding te maken. De verdachten bekenden dikwijls dat er bendegenoten waren die in afwisselende samenstelling aan acties deelnamen. Bij een duidelijke opsomming door de verdachte van hem/haar bekende metgezellen, waarmee ooit werd samengewerkt, worden deze vermeld in het veld opmerkingen.
Bende:Hier wordt aangegeven of een verdachte in een bende opereerde.
Recidive:Regelmatig raakten er verdachten in handen van de justitie die te 's-Hertogenbosch of elders binnen of buiten de Republiek al veroordeeld waren.
Eis:Hier wordt de eis van het Hoog-Officie vermeld. Het Hoog-Officie is de openbaar aanklager, te weten de Hoog- en Laagschout van 's-Hertogenbosch.
Tortuur:Men kon een verdachte pas veroordelen nadat hij/zij een bekentenis heeft afgelegd. Werd de bekentenis - bij zware misdrijven - niet afgelegd, dan werd deze op de pijnbank afgedwongen.
Datum vonnis:Het vonnis werd aangetekend in het vonnisboek. Het was kennelijk niet gebruikelijk hiervan aantekening te houden in het dossier. Wanneer vermeld dan wordt dit bij dit veld aangegeven. Aangeraden wordt de vonnisboeken te raadplegen (inv.nrs. 39-44A). De registers bestrijken de periode 1676-1803. Deze vonnisboeken zijn voor een groot deel al toegankelijk gemaakt. In onze studiezaal kunt u de index op de vonnissen tussen 1680-1803 raadplegen via een microsoft-access-database.
Straf 1:De opgelegde straf werd in het vonnisboek opgetekend. Het gebeurde ook wel dat een eenvoudige aantekening op de omslag van een processtuk hiervan melding maakte. Als dit het geval is wordt dit bij de velden straf 1 - straf 3 opgegeven. Het kwam vaak voor dat er meer straffen opgelegd werden.
Straf 2:Zie straf 1.
Straf 3:Zie straf 1.
Voortvluchtig:Regelmatig kwam het voor dat op een dagvaarding of een bevel tot aanhouding geen respons kwam. De verdachte kon niet worden verhoord, daar hij/zij voortvluchtig bleek. De verdachte werd dan bij verstek veroordeeld.
Opmerkingen:Gegevens die niet bij de vorige velden konden worden opgenomen, maar die essentieel zijn voor de strafzaak. Daarnaast wordt in dit veld verwezen naar andere dossiers en records.


Beknopte literatuuropgave


Erfgoed 's-Hertogenbosch