Bossche uurwerkmakers
(Klokken en horloges in de 16e-17e eeuw)
dr. G.C.M. van Dijck
Het doel van de kleine onderhavige studie is na te gaan in hoeverre in de stad 's-Hertogenbosch het zeer speciale vak van klokkenmaker in de 16e en en 17e eeuw aanwijsbaar is. We wisten uit verspreide gegevens, dat er enkele klokkenmakers waren geweest, maar een totaaloverzicht ontbrak tot nu toe. De resultaten van zo'n onderzoek zullen niet baanbrekend zijn of verrassend, maar wel kunnen zij bijdragen tot een beter en genuanceerd begrip van het Bossche culturele leven.
Organisatorisch stonden de klokkenmakers ófwel alleen ófwel zij behoorden tot het gilde van de smeden; duidelijk is dat niet. Ik vermoed dat zij tot dat laatste gilde behoorden, te meer aangezien enkelen van het tevens 'busgieters' of kanonnengieters waren.
Als bronnen zijn alle archivalia genomen van voor 1629, het jaar van de inname van de stad, aangevuld met enkele monografieën over het onderwerp klokkenmakers en enkele gemeenterekeningen.1
Voor alle duidelijkheid moet hier het begrip klokkenmaker beperkt worden tot 'uurwerkmaker en horlogemaker': klokkengieters vallen buiten deze studie.
Meester Peter Wouter Simonsz.
Hij was een van de meest markante vaklieden in het metier van klokkenmaker en uurwerkmaker. Vanaf minstens 1521 woonde hij in de stad en was hoogst waarschijnlijk afkomstig uit Oss.2 Een enkele maal vinden we hem foutief vermeld als Peter Jansz van Oss of Peter Willems van Oss.3Hij werd door het stadsbestuur officieel als de klokkensteller benoemd vanaf 15234, hoewel hij al eerder in de stadsrekeningen vermeld staat: In 1521-1522 nam hij deel aan de stadsloterij en beproefde vrouwe Fortuna, overigens zonder succes.5 Vermoedelijk woonde hij vanaf 1521 in de stad toen hij de kerkmeesters van Oirschot beloofde om het door hem vervaardigde uurwerk negen jaar lang te zullen onderhouden.6 Met deze vindplaats is tevens zijn oudst bekende uurwerk bekend. In 1523 of 1524 maakte Peter een nieuw uurwerk voor de toren van de St. Janskerk.7 Hij ontving daarvoor van stadswege een bedrag van 100 Rijnsgulden.8 Ik geloof niet dat we hier al te maken hebben met het beroemde speelwerk, waarover Mosmans het een en ander vermeldt in zijn 'St. Janskerk'. Dat was een later werkstuk van Van Zoerendonck, waarover later meer.
Waarschijnlijk maakte Peter ook een uurwerk of speelwerk - dat is niet geheel duidelijk - te Middelburg in 1525. Hoewel hij in de
1. | De gegevens zijn uitsluitend ontleend aan de politierekeningen GA, B 7 (1496-1497) - B 30 (1521-1522) - B 46 |
2. | R. 1843, fol. 658 18-9-1550. R. 1308. fol. 606, 10-2-1528. |
3. | Bouwstenen 3, (1874-1881), p. 119 Pieter Willemszoon. R. 1319, fol. 379vo, 18-5-1534. Magister Petrus Janss die uurewerckmaker. |
4. | GA, B 31. |
5. | GA, C 165. |
6. | R. 1293, fol. 499vo. |
7. | Van Zuylen, p. 403; GA, B 31. |
8. | Van Zuylen, p. 403. |