Bossche Jerusalemvaarders en tachtig weddenschappen (1)
Dr. G.C.M. van Dijck
Het thema, Jerusalemvaarders vanuit Nederland, is slechts in enkele artikelen te traceren. Compostella heeft als bedevaartstad veel meer publicaties opgeleverd, in het bizonder door de vele studies van dr. J. van Herwaarden. Ook heeft G.J. Gonnet belangrijke gegevens samengebracht, aangevuld door studies van de franciscaan Willibrord Lampen.1
De stad 's-Hertogenbosch komt in die artikelen ten onrechte zo goed als niet voor. Sterker nog: In 1968 heeft de veelzijdige historicus W. Knippenberg een boek gepubliceerd waarin bedevaarten uit de Kempen worden behandeld. Zegge en schrijve één pelgrim vanuit 's-Hertogenbosch naar Jerusalem wordt er vermeld (Pelgrom).2
Er zijn drie categorieën Jerusalemvaarders, te beginnen met diegenen die uit vroomheid een bedevaart maakten en tot de betere stand behoorden. Zij werden ter plekke door de gardiaan van de franciscanen tot Ridder van Jerusalem geslagen. Vermoedelijk gebeurde dat alleen met die personen, die welvaart of adellijke titels hadden. Dan was er de categorie van de minder gegoede pelgrim, die die eretitel niet verkreeg. De derde categorie waren diegenen die een strafbedevaart moesten afleggen. Alle drie de categorieën zijn in 's-Hertogenbosch aanwijsbaar, althans voor veel bedevaartplaatsen, maar niet voor Jerusalem. Ook Knippenberg bevestigt de stelling dat strafbedevaarten naar Jerusalem uiterst zelden voorkwamen en kende er twee van buiten de Meierij.3 De Bossche Jerusalemvaarders kenmerkten zich bovendien vaak door weddenschappen: vrienden en verwanten beloofden dan een geldsom, indien de pelgrim ter plekke zou aankomen en weer heelhuids zou terugkomen. Ter plekke moest natuurlijk gebeden worden voor het welzijn van de geldschieter. Die weddenschappen voorzagen in de grote kosten die dergelijke verre reizen met zich meebrachten. Thuisgekomen moest het bewijs overlegd worden dat de reis was volbracht.
De eerste weddenschappen voor een Jerusalemreis dateren van 1447 en werden aangegaan met niemand minder dan de hoogschout van 's-Hertogenbosch, Iewaan die Moll, samen met Daniel Gerits. Daarna zijn er ongeveer dertig Bosschenaren geweest die ofwel de
1. | C.J. Gonnet, 'Bedevaart naar Jerusalem in 1525', Bijdragen voor de geschiedenis van het bisdom Haarlem, XI (1884) 1382. Willibrord Lampen O.F.M., 'Hollandsche Jerusalemvaarders in vroeger eeuwen', Bijdragen voor de geschiedenis van het bisdom Haarlem, XLV (1928) 265-293. Willibrord Lampen, O.F.M., 'Navis peregrinorum', in Haarlemsche Bijdragen, LVIII (1940) 1-62. |
2. | W. Knippenberg, Kultuurhistorische verkenningen III (Oisterwijk, 1968). |
3. | Knippenberg, Kultuurhistorische verkenningen, 16. |