afb. 1982
Terwijl onder leiding van Lambert Hezenmans begonnen werd met het herstel van de noordkant van het middenschip der kerk met zijn schoorstelsel, vatte de burgerlijke gemeente de restauratie van de westtoren aan, welke onder leiding gesteld werd van de gemeente-architect Nabbe. Zowel de commissie voor de uitwendige restauratie als Hezenmans en de inspecteurs Gugel en Rose hadden daarop critiek. Wegens het verschil in stijl tussen kerk en westtoren zouden zij liever zien, dat aan de toren slechts enig provisorisch onderhoud werd verricht, opdat men mettertijd de handen vrij zou hebben om de restauratie der kerk te voltooien met de afbraak van deze toren en de bouw van een nieuwe westfaçade met één of twee torens, in stijl overeenkomende met het kerkgebouw. Gugel betreurde het daarom, in een schrijven van 5 september 1870 aan de minister van binnenlandse zaken, dat men behalve de hoogst noodzakelijke voorzieningen ook tot een meer uitgebreide restauratie van de toren overgegaan was, waarbij ieder gedeelte hersteld werd in de stijl waartoe ieder gedeelte behoorde.79 Niettemin is de toren niet voorlopig, maar grondig aangepakt. Het metselwerk is afgekloofd en met nieuwe baksteen bezet, het tufsteenwerk van lijsten, vensters en galmgaten geheel vernieuwd, een nieuwe balustrade gebouwd, in plaats van de klassicistische balustrade die een eenheid vormde met de door frontons gedekte wijzerplaten tegen | 73 |
de voet van de helm, welke eveneens verwijderd werden, waarna nieuwe cijferringen tegen de bovenste torengeleding geplaatst werden. De zorg voor de bekleding van de onderbouw van de toren, de zone van het Luidportaal, werd daarentegen aan het kerkbestuur en de restauratiecommissie overgelaten en de herstelling daarvan vond eerst in 1880-1881 plaats. | 74 |
Noten | |
79. | Brieven van de Commissie voor de herstelling van het uitwendige gedeelte van de St. Jan, 23 augustus 1870, en van E. Gugel, 5 september 1870, aan de Minister van Binnenlandse Zaken. ARA, Dep. Binnenl. Zaken. |
Toren van de Kathedrale basiliek van St. Jan Evangelist. Laat-romaans bouwwerk uit baksteen, omstreeks 1820 opgericht, in de 15e eeuw verhoogd; torenspits uit de 17e eeuw. Klokkenstoel met gelui bestaande uit een klok van J. Noteman, 1641, diam. 209 cm en drie klokken van A.L.J. van Aerschodt, 1872, diam. resp. 142, 125 en 104,5 cm, een klok van F. en P. Hemony, 1644, diam. 147 cm en een klok van F. Hemony, 1663, diam. 117,5 cm. Klokkenspel van Gillett & Johnston, 1923 - 1925. Trommelspeelwerk van A. de Jonge, 1872. Mechanisch torenuurwerk, B. Eijsbouts. |
Toeristen die Den Bosch bezoeken en daarbij de kathedraal in hun bezoek opnemen, merken dikwijls op dat de toren helemaal niet bij de kerk zelf past. Inderdaad: de kerk is van natuursteen en de toren is met baksteen ommetseld. Maar er is nog een ander verschil tussen beide onderdelen die een 'gewone bezoeker' niet op zou vallen: het kerkbestuur is eigenaar van het kerkgebouw, maar de toren behoort aan het stadsbestuur! Na 1629 waren de katholieken hun Sint-Jan kwijtgeraakt en werd het gebouw in hoofdzaak gebruikt door de hervormden. Hieraan werd getornd vanaf 1798. toen de staatsgodsdienst was vervallen.
Dit leidde in veel gevallen tot strijd tussen kerkgemeenschappen, ook in Den Bosch. Na tien jaar beslechtte Napoleon dit verschil van mening tijdens diens bezoek aan de stad in 1810. De katholieken kregen de kerk, maar Napoleon had hen in al zijn gulheid ook een bisschop toegezegd! Eindelijk op 11 december 1816, nam koning Willem I het definitieve besluit.
De katholieken zouden de Sint-Janskerk krijgen, maar moesten een bepaald bedrag in de staatskas storten. Daaruit zou een kerk voor de protestanten betaald worden, terwijl de hervormden één derde deel van het kapitaal ('de fabrieksgoederen van Sint Jan') in bezit kregen.
De katholieken hadden hun kerk terug, maar parochiekerk werd de Sint-Jan pas weer in 1840. Toch was niet iedere katholieke Bosschenaar blij met de Sint-Jan. Men moest met een soort ruimtevrees om het gebouw heengelopen hebben en de intimiteit van de oude kerkgebouwen werd gemist. Bovendien kosste het herstel van de kerk veel geld. Toen echter in 1853 het Mirakelbeeld terugkeerde en de stad weer zetel van het bisdom werd, was de katholieke Bosschenaar tevreden met de ontwikkelingen.
Met de toren van de kerk had het stadsbestuur in de loop der eeuwen bemoeienis gehad. Ze diende als openbare tijdaanwijzer, uitkijkpost en plaats voor de feest- en alarmklokken. In 1798 had de landsregering bepaald dat alle torens en klokken aan de gemeentebesturen in eigendom toekwamen. Hieraan werd in Den Bosch niet getornd. Terwijl de katholieken en hervormde commissies nog steeds over het kerkgebouw aan het beraadslagen waren, werd de toren geruisloos als gemeentebezit erkend. De stad betaalde voortaan het luigeld en stadsarchitect Jan Verhellouw hield toezicht op de te verrichten reparaties.
|
1919 |
Jan MosmansBouwgeschiedenis der St. Janskerk te 's-Hertogenbosch. 1e Hoofdstuk. Reconstructie van den nog bestaanden toren.Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundige Bond 12 (1919) 52-67 |
|
1972 |
RedactieOm dringend noodzakelijk herstel van (gemeente)toren in het totale restauratieplan op te nemen: Restauratiecommissie 'St.Jan' wil overdracht toren aan kerkBrabants Dagblad vrijdag 14 juli 1972 (foto) |
|
1975 |
RedactieRestauratie in staat van voor de brand van 1830. Toren St.Jan wordt in oude luister hersteldBrabants Dagblad woensdag 15 oktober 1975 (foto) |
|
1975 |
RedactieRestauratie toren St.Jan in beeldBrabants Dagblad dinsdag 21 oktober 1975 (foto, tekeningen) |
|
1975 |
RedactieMoeilijke keuze voor verdere restauratie. Toren Sint Jan in studieBrabants Dagblad vrijdag 31 oktober 1975 (foto) |
|
1975 |
RedactieBoschboom-voorzitter Jos van der Vaart: Toren St.Jan pas in 1505 afgebouwdBrabants Dagblad woensdag 12 november 1975 (foto) |
|
1976 |
C. PeetersBouwgeschiedenis en restauratie van de Sint Janstoren te 's-HertogenboschGemeentewerken 10 (1976) 245-252 |
|
1977 |
RedactieAlgemene omschrijving van de 2e fase van de herstelwerkzaamheden aan de gemeentetoren te 's-HertogenboschBuro voor restauratiewerken en nieuwbouw h.e. Teering b.v. ('s-Hertogenbosch 1977) |
|
1982 |
C. Peeters, H.E. TeeringDe Sint Janstoren te 's-Hertogenboschs.n. (s.l. 1982) |
|
1982 |
C. PeetersDe Sint Janstoren, 1e oplageGemeentebestuur van 's-Hertogenbosch ('s-Hertogenbosch 1982) |
|
1983 |
C. PeetersDe Sint Janstoren, 3e oplageGemeentebestuur van 's-Hertogenbosch ('s-Hertogenbosch 1983) |
|
1984 |
C. Peeters, Frans MichelsDer Turm der St. JanskircheGemeente 's-Hertogenbosch, Kabinet en voorlichting ('s-Hertogenbosch 1984) |
|
1984 |
C. PeetersSt. John's towerGemeente 's-Hertogenbosch, Kabinet en voorlichting ('s-Hertogenbosch 1984) |
|
1985 |
Wim HagemansHoofdbrekens rond westertoren : Gebouw was nooit echt afBrabants Dagblad zaterdag 8 juni 1985 | 55 |
|
1992 |
Henny MolhuysenVerhalen en legenden : Kerk en torenBrabants Dagblad donderdag 17 december 1992 |
|
2018 |
Ronald GlaudemansDe Sint-Janstoren van Piet van Kessel![]() |
|
2020 |
Rolf HageArchiefpraat : De toren van de Sint-Jan![]() |
|
2020 |
Jo van VeldhuizenReactie op het artikel van Rolf Hage, De toren van de Sint-Jan![]() |
|
2021 |
Nik de VriesRestauratie en onderhoud toren Sint-Jan![]() |
1985 |
C. PeetersDe Sint Janstoren, 4e oplageGemeentebestuur van 's-Hertogenbosch ('s-Hertogenbosch 1985) |
2015 |
Toren Sint-JanDe toren van de Sint-Janskathedraal is sinds de Franse tijd (omstreeks 1800) eigendom van de gemeente. Hoewel vaak ten onrechte wordt gedacht dat de toren door zijn afwijkende materiaalgebruik (baksteen) nieuwer is dan het kerkgebouw, zijn de onderste delen ouder en vormen een restant van het eerste romaanse kerkgebouw van omstreeks 1250. De toren is opgebouwd uit grote bakstenen, zogenaamde ‘kloostermoppen’. De bovenste bakstenen geleding (met klokkenstoel) en spits met uurwerk zijn toegevoegd vanaf het begin van de 16e en 17e eeuw. Hier zijn een kleiner formaat bakstenen gebruikt dan in het onderste deel van de toren. Aan de buitenzijde is de toren aan de onderkant bekleed met Udelfanger zandsteen (restauratie eind 19e eeuw, daarvoor tufsteen). De bakstenen buitenschil van de toren is, nadat deze in de 19e eeuw al eerder was vernieuwd in een harde machinale steen, tijdens de restauratie in het begin van de jaren 80 opnieuw gereconstrueerd met behulp van handvorm bakstenen met dezelfde afmetingen als het oorspronkelijke werk.De wijzerplaten en torenlantaarns zijn bij deze restauratie gereconstrueerd naar hun oorspronkelijke vorm. ![]() |
1581 |
Kapittel 16. Seinvanen, om op St. Janstoren te gebruiken, van rood en zwart laken. ![]() |
Hans Boselie en Peter-Jan van der Heijden, Bossche monumenten in beeld (1975) 89
John Damen, Gids voor de Sint-Jan (1982) 25-26
C. Peeters, De kathedrale basiliek van St. Jan te 's-Hertogenbosch (1973) 20
C.F.X. Smits, De Kathedraal van 's-Hertogenbosch (1907) 125-129