Vier oktober is de feestdag van Franciscus van Assisië, tevens werelddierendag. Vandaag krijgen onze huisdieren een extra feestelijk hapje eb vraagt het dierenasiel onze aandacht voor dieren die een nieuwe huisvesting zoeken. Dieren zijn er altijd al geweest in Den Bosch. Zij zorgden voor voldoende voedsel, terwijl varkens en honden in het middeleeuwse straatbeeld voorkwamen.
In de middeleeuwen kende onze stad ook hanengevechten. De legende wil dat deze ontstaan zijn uit een ruzie tussen Jacob Coppetijn (die in De Moriaan woonde) en Henrick Beckerlijn (woonachtig in De Roodenburgh). Jacob en Henrick waren eerst goede vrienden, maar later ontstond er 'door duvels ingeven' een grote ruzie. Ter herinnering aan deze ruzie werden er hanengevechten gehouden gedurende vier dagen vóór vasten. Op de laatste dag, vastenavond, stonden de twee finalisten tegenover elkaar. De uiteindelijke winnaar werd tot 'coninck' uitgeroepen. Het middeleeuwse stadsbestuur subsidieerde de vastenavondviering, want de stadsrekening van 1498 meldt, dat Claes Peterse, de timmermeester, een nieuwe kast voor het hanengevecht heeft gemaakt. Het was een zeer deugdelijke kast, die lang mee zou gaan: „alsoe dat mense van jaire tot jairen nyet en derff repareren”. In de zestiende eeuw kwam aan deze hanengevechten een einde, ook al omdat deze nogal eens gevolgd werden door echte gevechten.
Voor vreemde dieren had men altijd interesse. Speellieden met een beer traden tijdens de kermis op en de schutters schoten al op de (houten) papagaai. Eenmaal bracht zelfs een olifant, 'Hanske' genaamd, in de zeventiende eeuw een bezoek aan Den Bosch. Ook in andere steden was dit vreemde dier tegen betaling te bewonderen; in Amsterdam werd de olifant door Rembrandt getekend.
In de negentiende eeuw bezochten tijdens de kermis allerlei houders van 'beestenspul' de kermissen. Bosschenaren konden vol bewondering kijken naar honden, apen en geiten die de meest wonderlijke zaken deden. Zij konden koorddansen, kaartspelen, dobbelen en schommelen aan rekken en op schommels.
In de twintigste eeuw verdwenen de dieren van de kermissen en bezochten circussen onze stad. Toen in 1901 het wereldberoemde circus Barnum and Bailey ('The Greatest Show on Earth') en in 1927 Hegenbeck op bezoek kwamen, werd daar nog jaren over gepraat. Momenteel valt het haast niet meer op als een circus in Den Bosch optreedt.
Thans kennen we veel verschillende dieren in de Bossche samenleving. Honden zijn er genoeg op straat en incidenteel patrouilleert de politie te paard. Een aantal liefhebbers van dieren verenigt zich in een club. Men kan lid worden van de aquariumvereniging, de politiehonden- of postduivenvereniging. Een goede naam kiezen voor een vereniging is niet altijd even gemakkelijk; enkele postduivenliefhebbers noemden hun vereniging 'De Zwaluw'!
|